6 Installatie
6
Installatie
6.1
Algemeen
6.2
Voorbereiding
Afb.14
Ophangen ketel
1
2
3
4
5
6.3
Wateraansluitingen
28
Waarschuwing
De installatie van de ketel moet door een erkend installateur
worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende
regelgeving.
6.2.1
Positionering van de ketel
Dankzij de ophangstrip aan de achterzijde van de mantel, kan de ketel
direct aan de ophangbeugel gehangen worden.
De ketel wordt geleverd met een montagesjabloon.
1. Plak de montagesjabloon van de ketel met plakband op de muur.
Waarschuwing
Controleer met een waterpas of het montagesjabloon perfect
horizontaal hangt.
Bescherm de ketel tegen bouwstof en dek de aansluitpunten
van de rookgasafvoer en luchttoevoer af. Verwijder deze
afdekking pas bij montage van de betreffende aansluitingen.
2. Boor 2 gaten van Ø 10 mm.
Belangrijk
De extra gaten zijn bedoeld voor het geval dat één van beide
bevestigingsgaten een goede bevestiging van de plug onmogelijk
maakt.
3. Plaats de Ø 8 mm pluggen.
4. Bevestig de ophangbeugel met de meegeleverde Ø 10 mm bouten
aan de muur.
5. Hang de ketel op aan de ophangbeugel.
AD-0000018-02
6.3.1
Doorspoelen van de installatie
Voordat een nieuwe ketel op een bestaande of nieuwe installatie kan
worden aangesloten, moet de gehele installatie grondig worden gereinigd
en doorgespoeld. Dit is van essentieel belang. Hierdoor worden resten
van het installeren (lasslakken, fitmiddelen, etc.) en opgehoopt vuil (slib,
slijk etc.) verwijderd.
Belangrijk
Spoel de installatie door met minimaal 3 keer de systeeminhoud
van de installatie.
Spoel de sanitairleidingen door met minimaal 20 keer de inhoud
van de leidingen.
121803 - v.12 - 07112018