Instructies voor de Gebruiker
6 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1 Ontsteking van de branders van de kookplaat
Alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken dient u te controleren of de
vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten met hun kapjes, en erop letten of de gaten A van de
vlamverdelers corresponderen met de bougies en de thermokoppels.
Voordat de branders worden aangestoken moet het glazen deksel worden opgetild; voordat dit
weer gesloten wordt, moeten alle branders worden uitgeschakeld, en moet worden gewacht tot ze
zijn afgekoeld.
Het rooster B dat op verzoek geleverd wordt, wordt gebruikt voor de wok (Chinese pan).
Ter bescherming van de kookplaat hebben we het fornuis uitgerust met een verhoogd rooster C dat
onder pannen met een diameter van meer dan 26 cm kan worden geplaatst.
De bijgeleverde reductie C dient te worden gebruikt voor kleine pannen.
Bij elke knop wordt aangegeven bij welke brander hij hoort. Het apparaat is
voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende de
knop in te drukken en op het symbool van de minimum vlam
te draaien,
totdat de ontsteking heeft plaatsgevonden. Indien hij niet binnen 15 seconden
gaat branden moet u de knop op 0 zetten en tenminste 60 seconden lang
wachten voor u het opnieuw probeert. Houd de knop enkele seconden
ingedrukt om het thermokoppel de gelegenheid te geven warm te worden. Het
kan zijn dat de brander uitgaat op het moment dat de knop wordt losgelaten; dit
betekent dat het thermokoppel onvoldoende verwarmd is. Herhaal de handeling
en houd de knop langer ingedrukt. Deze handeling is niet nodig bij branders die
geen thermokoppel hebben.
Bij de modellen met thermokoppel zal, als de branders ongewild uitgaan, een veiligheidsvoorziening
ervoor zorgen dat de gasstroom wordt geblokkeerd, ook als de kraan open staat. In dit geval moet u
de knop in de uit stand zetten en tenminste 60 seconden lang niet proberen om de brander te
ontsteken.
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de plaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik: gebruik pannen met een
deksel, met de juiste afmetingen in verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de
zijkanten raakt (zie paragraaf "6.3 / 6.4 Diameter van de pannen "). Verklein de vlam op het moment
van koken zoveel als nodig is om te voorkomen dat de vloeistof overkookt. Om tijdens de bereiding
verbrandingen of beschadiging van de plaat te vermijden, moeten alle pannen en schalen binnen de
omtrek van de kookplaat worden geplaatst. Alle pannen moeten een platte, regelmatige bodem
hebben. Let bij het gebruik van olie of vet zeer goed op, want deze kunnen vlam vatten als zij
oververhit raken. Als de oven toevallig uitgaat, de bedieningsknop sluiten en de ontsteking opnieuw
proberen, na minstens 1 minuut te hebben gewacht.
17