7.4
Verhelpen van storingen
Mogelijke storingen worden als volgt beschreven:
Welke storing is opgetreden?
•
oorzaak van de storing.
f Verhelpen van de storing.
¨ Verwijzing naar het desbetreffende hoofdstuk.
Bij de eerste ingebruikneming ruikt het naar lak.
•
de gebruikte beschermende verf droogt uit.
f Zorg voor een toevoer van verse lucht in de opstelruimte.
Rookoverlast.
•
te veel brandstof of brandstof die nog niet volledig is
opgebrand.
f Voeg alleen de hoeveelheid brandstof toe die op dat
moment nodig is voor de verwarmingsbehoefte.
f Voeg pas nieuwe houtblokken toe als de brandstof is
opgebrand en er alleen nog sintels over zijn.
•
het rookgaskanaal is vervuild.
f Maak het apparaat en het kachelsysteem schoon.
•
de deur van de verbrandingskamer is ondicht.
f Controleer de afdichting van de verbrandings-
kamerdeur. Vervang indien nodig de afdichting.
•
de verbrandingskamerdeur werd te snel geopend.
f open de deur van de verbrandingskamer langzaam en
voorzichtig.
•
de opvoerdruk van de schoorsteen is te laag.
f laat de schoorsteen controleren door een
gespecialiseerd bedrijf.
Er ontstaan ontploffingen.
•
de luchttoevoer is gesloten of onvoldoende.
f Zet de verbrandingsluchtschuif naar rechts.
f Zorg ervoor dat de afsluiter van het verbrandings-
luchtkanaal geopend is.
f Controleer de luchttoevoer van buitenaf
(bv. buitenluchtrooster vrij).
•
de hoeveelheid brandstof is te hoog.
f Voeg alleen de hoeveelheid brandstof toe die nodig is
voor de verwarmingsbehoefte.
•
de brandstof is te fijnkorrelig.
f gebruik alleen toegestane brandstoffen.
¨ "3.2 toegestane brandstoffen" (pagina 13).
terugstroming van rookgassen in de schoorsteen of
onvoldoende toevoerdruk.
f laat de schoorsteen controleren door een
gespecialiseerd bedrijf.
Het vuur brandt slecht.
Het kachelsysteem verwarmt niet.
•
de brandstof is niet geschikt (bv. hout is te vochtig).
f gebruik alleen toegestane brandstoffen.
¨ "3.2 toegestane brandstoffen" (pagina 13).
•
de hoeveelheid brandstof is ongeschikt (bv. te veel of te
grote houtblokken).
f gebruik brandstoffen van de juiste grootte en
hoeveelheid.
¨ "2.8 technische gegevens" (pagina 10).
¨ "3.5 grootte van de brandstoffen" (pagina 13).
•
de weersomstandigheden zijn kritisch (bv. mist, buiten-
temperatuur boven 15 °C, inversieweer).
f Pook het vuur regelmatig op.
f Voeg maar weinig brandstof toe.
f Zorg ervoor dat de verbrandingsluchtschuif helemaal
naar rechts is geschoven.
•
de luchttoevoer is onvoldoende.
f Zorg ervoor dat de verbrandingsluchtschuif helemaal
naar rechts is geschoven.
f Zorg ervoor dat de afsluiter van het verbrandings-
luchtkanaal geopend is.
f Controleer de luchttoevoer van buitenaf
(bv. buitenluchtrooster vrij).
f reinig het verbrandingsluchtkanaal.
•
de luchtopeningen in het apparaat zijn gesloten.
f Zorg ervoor dat de luchtopeningen vrij zijn.
f Zorg ervoor dat de aslade leeg is.
f Controleer of verbrandingsresten uit de verbrandings-
kamer moeten worden verwijderd.
•
de schoorsteen is koud, de opvoerdruk is te laag.
f steek een "lokvuur" aan in de verbrandingskamer met
geschikt ontstekingsmiddel.
¨ "3.3 toegestane aanmaakmiddelen" (pagina 13).
f Controleer de verbindingsbuizen naar de schoorsteen.
reinig zo nodig de verbindingsbuizen of dicht de
verbindingsbuizen af.
f laat indien nodig de schoorsteen reinigen door een
gespecialiseerd bedrijf.
•
de controleopeningen van de schoorsteen zijn ondicht of
niet gesloten.
f Controleer de controleopeningen van de schoorsteen
op dichtheid.
f sluit de controleopeningen.
•
de schoorsteen is verstopt (bv. door een vogelnest).
f laat de schoorsteen controleren door een
gespecialiseerd bedrijf.
De deur van de verbrandingskamer sluit niet of vergrendelt niet.
•
het sluitmechanisme is defect.
f laat het sluitmechanisme vervangen door een
gespecialiseerd bedrijf.
Montage- en gebruikshandleiding | Trico | 12.2022 | nl
39