Installatie aan te beschermen wanden
de te beschermen wanden zijn brandbaar of door hun
constructie en materiaalsoort ongeschikt om permanent te
worden blootgesteld aan temperaturen van boven de 85 °C.
Afmetingen
(mm)
X1
X2
X3
X4
X5
X6
Installatie aan niet te beschermen wanden
niet te beschermen wanden zijn onbrandbaar en door hun
constructie en materiaalsoort geschikt voor permanente
blootstelling aan temperaturen van boven de 85 °C.
Afmetingen
(mm)
X1
X2
X3
X4
X5
Opstelling van een stralingsbeschermingsplaat
als er tussen het apparaat en brandbare voorwerpen een aan
beide zijden geventileerd stralingsscherm is aangebracht, wordt
het stralingsbereik naar voren (X4) beperkt tot 400 mm.
4.3.4
Voor de rookgasafvoer is ter plaatse een schoorsteen nodig die
aan de volgende eisen voldoet:
•
•
•
•
100
100
•
400
400
341
341
800
800
300
300
•
400
400
•
•
•
50
50
400
400
•
291
291
•
800
800
200
200
•
Meetwaarden van het apparaat voor berekening van de
schoorsteen:
¨ "2.8 technische gegevens" (pagina 10).
het verwarmingsvermogen van het apparaat wordt
beïnvloed door de opvoerdruk van de schoorsteen. eventuele
schommelingen kunnen worden gecompenseerd door
de installatie van een secundaire luchtvoorziening in het
rookgassysteem.
als een secundaire luchtvoorziening gewenst is:
A neem contact op met de fabrikant of een gespecialiseerd
Montage- en gebruikshandleiding | Trico | 12.2022 | nl
Rookgasafvoer
de rookgassen moeten via een schoorsteen worden
afgevoerd.
de schoorsteen moet de rookgassen altijd via het dak
afvoeren.
de afmetingen van de rookgasafvoer en de schoorsteen
moeten afzonderlijk worden berekend.
de schoorsteen heeft een hoogte van ten minste 4 m,
te rekenen vanaf de rookgasinlaat.
aansluitingen en verbindingen met de schoorsteen
uitsluitend met goedgekeurde leidingsystemen.
de verbindingsleiding moet te allen tijde gereinigd
kunnen worden. er moet voor corresponderende
reinigingsopeningen worden gezorgd.
leg de leidingsystemen zo kort mogelijk en met helling
(helling van het horizontale gedeelte min. 50 mm per
meter).
de vereiste opvoerdruk moet worden nageleefd. bij
hogere opvoerdruk nemen het vermogen en de emissies
toe, waardoor het kachelsysteem zwaarder wordt belast
en kan worden beschadigd. bij een lagere opvoerdruk
neemt het vermogen af, de emissie neemt toe en het
verbrandingsgedrag wordt nadelig beïnvloed. de optimale
toevoerdruk is 12 – 18 Pa.
alle brandbare en temperatuurgevoelige bouwmaterialen
rond de aansluitopening naar de schoorsteen – op en in de
wand – moeten worden verwijderd.
de plaatselijke wetten en verordeningen worden nageleefd.
§ bv. in duitsland volgens de bouwvoorschriften.
de rookgasafvoer voldoet aan de plaatselijke voorschriften.
§ bv. in duitsland volgens din 18160.
de schoorsteen moet worden geïnspecteerd en
goedgekeurd voor gebruik (in duitsland bv. door de
regionale schoorsteenveger). het gebruik moet zijn
goedgekeurd.
de schoorsteen dient regelmatig te worden
gereinigd (in duitsland bijvoorbeeld door regionale
schoorsteenveegbedrijven) om roetvorming op de
schoorsteenwanden te voorkomen.
¨ "1.4 schoorsteenbrand" (pagina 5).
bedrijf.
17