5.6.3 Bedieningseenheid
Op de besturingseenheid bevindt zich een reeks ledlampjes waarvan elk een specifieke signalering kan geven, zowel wanneer alles goed werkt als in
geval van storingen.
Tabel 12
LED OK [A]
Uit
Aan
Eén knippering per seconde
2 langdurige knipperingen
Reeks knipperingen gescheiden
door een pauze
LED STOP [B]
Uit
Aan
Eén knippering per seconde
LED P1 [C]
Uit
Aan
Reeks snelle knipperingen, van 1 tot 4
LED P2 [D]
Uit
Aan
1 knippering per seconde
2 knipperingen per seconde
LED P3 [E]
Uit
Aan
1 knippering per seconde
2 knipperingen per seconde
Status
Storing
Ernstige storing
Alles OK
Er is een verandering in de status van
de ingangen
Dit is dezelfde signalering als die op het knipperlicht (zie de tabel 11)
Status
Inwerkingtreding van de ingang STOP
Alles OK
Er is geen inrichting herkend of er is
een fout in de herkende inrichtingen.
Status
Alles OK
Geheugenopslag in Modus 1
Geheugenopslag in Modus 2
Status
Alles OK
Alles OK
De herkenningsprocedure is niet
uitgevoerd of er zijn fouten in de
gegevens in het geheugen
Herkenningsfase inrichtingen in
uitvoering
Status
Alles OK
Alles OK
De herkenningsprocedure is niet
uitgevoerd of er zijn fouten in de
gegevens in het geheugen
herkenningsfase van de standen in uitvoering
A
Handeling
Controleer of er stroom is. Controleer of er geen zekeringen in werking zijn
getreden. Ga in dat geval na wat de oorzaak van het defect is en vervang de
zekeringen met andere die dezelfde waarde hebben
Er is een ernstige storing opgetreden. Probeer de besturingseenheid enkele
seconden uit te zetten. Indien er geen verandering optreedt, is er een defect
en moet de elektronische kaart vervangen worden.
Normale werking van de besturingseenheid
Dit is normaal wanneer er een wijziging plaatsvindt bij de ingangen OPEN en
STOP, bij inwerkingtreding van de fotocellen of wanneer de radiozender
Handeling
Controleer de op de ingang STOP aangesloten inrichtingen
Ingang STOP actief
Er kunnen inrichtingen defect zijn. Controleer en probeer eventueel de her-
kenningsprocedure over te doen (zie paragraaf 3.5.1 "Herkennen van de
openings- en sluitstanden van de poort").
Handeling
Geen enkele geheugenopslag in uitvoering
Normaal tijdens de geheugenopslag in Modus 1 die ten hoogste 10s duurt
Normaal tijdens de geheugenopslag in Modus 2 die ten hoogste 10s duurt
Handeling
Geselecteerd "lage" snelheid"
Geselecteerd "hoge" snelheid"
Voer de herkenningsprocedure van de standen opnieuw uit (zie paragraaf
3.5.1. "Herkennen van de openings- en sluitstanden van de poort").
Geeft aan dat de zoekfase van de aangesloten inrichtingen gaande is (die ten
hoogste enkele seconden duurt).
Handeling
Enkele cyclus
Complete cyclus
Voer de herkenningsprocedure van de standen opnieuw uit (zie paragraaf
3.5.1. "Herkennen van de openings- en sluitstanden van de poort")
B
Afbeelding 74
C
D
E
Voorschriften SL0 25