5.2 Optioneel toebehoren
Behalve de in SL0 aanwezige inrichtingen zijn nog andere leverbaar als
optioneel toebehoren om de automatiseringsinstallatie aan te vullen.
Raadpleeg de MHOUSE catalogus voor informatie over nieuw toebeho-
ren of bezoek de site www.mhouse.biz.
5.3 Toevoeging of verwijdering van inrichtingen
Aan een automatisering met SL0 kunnen op elk moment inrichtingen
toegevoegd of verwijderd worden.
Voeg geen inrichtingen toe voordat u gecontroleerd heeft of ze
volledig compatibel zijn met SL0; raadpleeg de MHOUSE klanten-
service voor nadere gegevens.
5.3.1 STOP ingang
STOP is de ingang die onmiddellijke stilstand van de manoeuvre veroor-
zaakt (met een kortstondige omkering). Met deze ingang kunnen de
inrichtingen met uitgang met normaal open contacten "NA" verbonden
worden (zoals bijvoorbeeld de schakelaar KS1) maar ook inrichtingen
met normaal gesloten contacten "NC" of inrichtingen met uitgang met
constante weerstand 8,2kΩ, zoals gevoelige randen bijvoorbeeld. Met
geschikte kunstgrepen kan met de STOP ingang meer dan een, ook van
verschillend type inrichtingen verbonden worden.
Volg hiertoe onderstaande tabel:
Tabel 8
NA
Parallel
NA
(opmerking 2)
NC
(opmerking 1)
8,2kΩ
Parallel
Opmerking 1. De combinatie NA en NC is mogelijk door de 2 contacten
parallel te verbinden en met contact NC serieel een weerstand van
8,2kΩ te verbinden (en dus is ook de combinatie van de 3 inrichtingen
mogelijk: NA, NC en 8,2kΩ).
5.3.2 Uitgang fototest
Deze besturingseenheid beschikt over de functie "Fototest" waardoor de
betrouwbaarheid van de veiligheidsinrichtingen groter wordt en "categorie
2" volgens de norm EN 954-1 (uitgave 12/1998) behaald kan worden voor
wat betreft de combinatie van besturingseenheid en veiligheidsfotocellen.
Telkens wanneer er een manoeuvre van start gaat worden alle veiligheids-
inrichtingen gecontroleerd en alleen als de test een gunstig resultaat heeft,
gaat de manoeuvre van start. Als de test daarentegen geen gunstig resul-
taat heeft (fotocel verblind door de zon, kortsluiting in de kabels e.d.) wordt
de storing vastgesteld en gaat de manoeuvre niet van start
Afbeelding 68
1° inrichting type:
NC
8,2kΩ
(opmerking 1)
Parallel
Serieel
Serieel
(opmerking 3)
Niet toegestaan
Serieel
(nota 4)
Opmerking 2. Er kunnen meerdere NA inrichtingen parallel met elkaar
verbonden worden zonder limiet van hoeveelheden.
Opmerking 3. Er kunnen meerdere NC inrichtingen serieel met elkaar
verbonden worden zonder limiet van hoeveelheden.
Opm. 4. Er kan slechts 1 inrichting met een uitgang op constante weer-
stand 8,2kΩ worden aangesloten; meerdere inrichtingen moeten even-
tueel "in cascade" worden aangesloten met één enkele eindweerstand
van 8,2kΩ.
Let op: indien de STOP ingang gebruikt is om inrichtingen met
veiligheidsfuncties te verbinden, garanderen alleen de inrichtin-
gen met constante weerstand van 8,2kΩ de veiligheidscategorie
3 tegen storingen.
Net als bij de ECSBus, herkent de besturingseenheid het met de STOP
ingang verbonden type inrichting tijdens de herkenningsfase. Daarna
wordt een STOP veroorzaakt indien zich een wijziging voordoet met
betrekking tot de herkende staat.
Om een stel fotocellen toe te voegen dient u het bruggetje te verwijde-
ren en die aan te sluiten zoals hieronder beschreven wordt.
De stroom voor de zenders van de fotocellen komt niet rechtstreeks van
de uitgang van de neveninrichtingen, maar van de uitgang "Fototest" tus-
sen de klemmetjes 8-6. De maximaal te benutten stroom op de uitgang
"Fototest" bedraagt 100mA.
Indien er 2 stel fotocellen worden gebruikt waardoor er onderling interfe-
rentie kan ontstaan, activeert u de synchronisering zoals die beschreven
is in de aanwijzingen van de fotocellen.
Afbeelding 69
Voorschriften SL0 21