18. Het koudemiddel is een lucht-verdringend, kleurloos en geurloos gas.
- HPSZ.06 en HPSZ.08 bevatten koudemiddel R32.
R32 vormt in combinatie met lucht een brandbaar mengsel.
- HPSZ.12 en HPSZ.16 bevatten koudemiddel R410a.
R410A is niet ontvlambaar.
19. Het ongecontroleerd ontsnappen van koelmiddel in gesloten ruimtes kan tot ademnood en
tot verstikking leiden:
- Koelmiddel niet inademen.
- In gesloten ruimtes voor voldoende ventilatie zorgen.
20. Voor begin van de werkzaamheden aan het koelcircuit volgende maatregelen uitvoeren:
- Koelcircuit op dichtheid controleren.
- Zeer goede ventilatie- en ontluchting in het bijzonder in de bodem verzekeren en tijdens de
duur van de werkzaamheden behouden.
- Alle personen, die zich in de nadere omgeving van de installatie bevinden op de hoogte
brengen van het soort uit te voeren werkzaamheden.
- Omgeving van het werkgebied afschermen.
21. Meer maatregelen vóór begin van de werkzaamheden aan het koelcircuit met brandbare
koelmiddelen (R32):
- Alle brandbare materialen en ontstekingsbronnen in onmiddellijke omgeving van de
warmtepomp verwijderen.
- Voor, tijdens en na de werkzaamheden de omgeving met een geschikte koelmiddeldetector
op lekkend koelmiddel controleren. Deze koelmiddeldetector mag geen vonken opwekken
en moet gepast afgedicht zijn.
- In volgende gevallen moet een CO2 -of poederblusser ter beschikking zijn:
*Koelmiddel wordt bijgevuld.
*Soldeer- of laswerken worden uitgevoerd.
- Rookverbodsteken aanbrengen.
22. Gevaar: Door schade aan het koelcircuit kan koelmiddel in het hydraulisch systeem geraken.
Dit kan tot ernstige schade aan de gezondheid leiden.
Na het gereed stellen van de werkzaamheden eerst het hydraulisch systeem aan primaire en
secundaire zijde deskundig ontluchten.
23. Opgelet: Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de
verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnen de werking van de installatie nadelig
beïnvloeden. De inbouw van niet toegelaten componenten alsook niet goedgekeurde
wijzigingen kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervangen
uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken.
24. Als er water uit het toestel treedt, bestaat het gevaar van electrocutie. Schakel eerst in de
meterkast de stroomtoevoer uit.
25. Als er water uit het toestel treedt, bestaat het gevaar op brandwonden. Heet
verwarmingswater niet aanraken.
7