•
Kies de montageplaats met inachtneming van de wetmatigheden en tevens wettelijke
voorschriften voor geluidsafvoer en reflecties.
•
Niet naar of onder vensters van slaapkamers installeren,
•
Niet boven kelderschachten of in een bodembak installeren,
•
Minimaal 3 meter afstand houden tot vensters en kelderschachten,
•
Minimaal 3 meter afstand houden tot voetpaden, regenpijpen respecteren. Door de
gekoelde lucht in het uitblaasgebied, bestaat bij buitentemperaturen onder 10°C gevaar voor
ijzelvorming.
•
Luchtkortsluiting met ventilatie-installaties vermijden. Minimaal 3 meter afstand tot het
aanzuigbereik van ventilatie installaties aanhouden,
•
De montageplaats moet gemakkelijk bereikbaar zijn, bijvoorbeeld voor
onderhoudswerkzaamheden.
Let op: bij montage op bijvoorbeeld een dakkapel kan men in geval van service
werkzaamheden alleen arbo-technisch verantwoord bij de buiten unit komen met behulp
van een hoogwerker of verreiker. Dit soort kosten vallen nooit onder garantievoorwaarden
en zullen bij de opdrachtgever in rekening gebracht worden. Kies daarom altijd een
verantwoorde positie voor het buitendeel.
Minimum afstanden:
Om een minimale luchtstroom te kunnen garanderen adviseren wij om onderstaande minimale
afstanden aan te houden tot constructie/ objecten. Deze afstanden hebben puur te maken met de
luchtstroom, niet met geluidseisen.
Bij een buitenunit met één ventilator (bij HPS.Z-06 en HPS.Z-08) adviseren wij de volgende minimale
afstanden:
Omschrijving:
Leidingdoorvoer boven maaiveldhoogte
Leidingdoorvoer onder maaiveldhoogte
15
A
B
> 100mm
> 100mm
> 100mm
> 400mm
C
D
> 300mm
> 1000mm
> 300mm
> 1000mm