Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tolerantie; Verwijderen Gegevens; Gemiddelde Meting - PCE Instruments CSM 1 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 1, PCE-CSM 2 en PCE-CSM 4
De meter kan ook direct worden verbonden met een printer. In dit geval worden de resultaten van
de metingen automatisch afgedrukt.

5.3.4 Tolerantie

Om toleranties in te stellen voor metingen, druk op de menu-toets
, selecteer: "Tolerance" en druk
op Enter
. U bevindt zich nu in het tolerantie-scherm. Hier kunt u de tolerantie in- en uitschakelen.
Selecteer met de pijltjestoetsen ( en
) de gewenste optie en bevestig dit met Enter.
Wanneer
u de tolerantie activeert, komt u bij het invoerscherm. Hier kunt u een grenswaarde instellen. Gebruik
hiervoor de pijltjestoetsen ( en
) om het gewenste cijfer in te stellen. Druk op Enter
om naar
het volgende cijfer te gaan. Nadat u het laatste cijfer met Enter
heeft bevestigd, in de instelling op
de juiste manier afgesloten.
Opmerking: De vastgelegde grenswaarde is op "ΔE*" bij de sample-meting gebaseerd. Er is een
maximale toegestane hoogte van deze waarde. Als de gemeten waarde onder deze grens blijft is het
goed (Er wordt: "Pass" weergegeven). Bevindt de meetwaarde zich boven deze grens, dan is het niet
goed. (Er wordt: "Fail" weergegeven).

5.3.5 Verwijderen gegevens

Om de opgeslagen gegevens te wissen, drukt u op de menu-knop
, selecteer: "Wissen" en druk op
Enter
. Dit brengt u naar het verwijder-beeldscherm. Hier hebt u twee keuzes. U kunt alle sample
metingen ("Delete ALL Samples") of alle opgeslagen gegevens ("Delete ALL Records") verwijderen. Om
dit te doen, selecteert u met de pijltjestoetsen ( en
) de gewenste optie en druk op Enter.
Er
verschijnt een bevestigingsscherm, u kunt dit bevestigen met de Enter-knop
of annuleren met de
terug-knop
.
Opmerking: Wanneer u alle opgeslagen gegevens wist, worden ook alle sample-metingen verwijderd.

5.3.6 Gemiddelde meting

U kunt het aantal afzonderlijke metingen, die zijn uitgevoerd tijdens het meetproces, instellen. Hieruit
wordt de gemiddelde waarde bepaald.
Om naar de gemiddelde waarde instellingen te gaan, drukt u op de menu-toets, kiest u "Average" en
drukt u op Enter.
Nu kunt u het aantal afzonderlijke metingen instellen. Gebruik de pijltjestoetsen ( en
) om het
gewenste cijfer in te stellen. Met een druk op de Enter-toets
gaat u naar het volgende cijfer. Nadat
u het laatste cijfer bevestigd heeft, wordt het instellingenscherm afgesloten.
Opmerking: Wanneer u als waarde "00" of "01" instelt, wordt geen gemiddelde berekend.
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Csm 2Csm 4

Inhoudsopgave