Inschakelen
Wanneer u het toestel inschakelt, warmt
de koffiezetautomaat op en worden de
leidingen gespoeld. Hierdoor worden
de leidingen gereinigd en verwarmd
voor de drankbereiding.
Als de koffiezetautomaat nog een
bedrijfstemperatuur van meer dan
60 °C heeft, wordt het spoelen niet
gestart.
^ Raak de aan-uittoets K aan.
Tip: Wanneer u niet wilt dat het
spoelwater in de opvangschaal terecht-
komt, plaatst u voorafgaand aan de
eerste drankbereiding een geschikte
recipiënt (bijv. de kleine
onderhoudsrecipiënt) onder de centrale
uitlaat.
Op het display verschijnt eerst de mel-
ding "Opwarmfase". Na het opwarmen
spoelt het toestel de leidingen. Er loopt
warm water uit de centrale uitlaat.
U kunt nu dranken bereiden.
Koffiezetautomaat in- en uitschakelen
Uitschakelen
^ Raak de aan-uittoets K aan.
Wanneer een koffiedrank is bereid,
spoelt de koffiezetautomaat de
koffieleidingen voordat deze wordt uit-
geschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als u de koffiezetautomaat gedurende
lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt
te werk:
^ Giet de opvangschaal, het afvalbakje
^ Reinig alle onderdelen grondig, ook
^ Schakel het toestel uit.
en het waterreservoir leeg.
het filtersysteem, de verbinding voor
de centrale uitlaat en de opvang-
schaal aan de binnenkant van de
toesteldeur.
Wanneer u de toesteldeur lange tijd
laat openstaan, doet u er goed aan
de stekker uit het stopcontact te trek-
ken of de desbetreffende zekering in
uw zekeringkast uit te schakelen om
energie te besparen.
27