5. Storingsanalysetabel
Storing
1. Motor start niet.
2. Thermisch relais scha-
kelt na korte tijd de
pomp uit.
3. Pomp loopt maar heeft
onvoldoende op-
brengst.
4. Pomp loopt maar geeft
geen water.
6. Afvalverwerking
Na gebruik van deze pomp of onderdelen dienen de
volgende richtlijnen in acht genomen te worden.
1. Neem de overheids- en gemeentelijke richtlijnen
voor afvalverwerking in acht.
2. Als de afvalverwerkende instanties ons product
niet kunnen verwerken, dan kunt u ons product
bij ons inleveren.
Oorzaak
a) Geen stroomtoevoer.
b) Pomp uitgeschakeld door vlotterschakelaar/verticale niveauschakelaar.
c) Zekering(en) doorgeslagen.
d) Thermisch relais heeft de stroomtoevoer naar de motor uitgeschakeld
(zie paragraaf 2. Elektrische aansluiting).
a) De mediumtemperatuur is hoger dan aangegeven onder paragraaf
1.2 Bedrijfsomstandigheden.
b) Pomp is gedeeltelijk verstopt door verontreinigingen (zie paragraaf
4. Onderhoud van de pomp).
c) Pomp is mechanisch geblokkeerd (zie paragraaf 4. Onderhoud van de
pomp).
a) Pomp is gedeeltelijk verstopt door verontreinigingen (zie paragraaf
4. Onderhoud van de pomp).
b) Afvoerleiding/slang is gedeeltelijk verstopt. Controleer de terugslagklep, in-
dien aanwezig.
c) Controleer de waaier, het pomphuis en de afdichting (zie paragraaf
4. Onderhoud van de pomp).
d) Alleen voor pompen met draaistroommotor: Verkeerde draairichting
(zie paragraaf 2.1 Controle van de draairichting).
a) Pomp is verstopt door verontreinigingen (zie paragraaf 4. Onderhoud van
de pomp).
b) Terugslagklep in afvoerleiding/slang (indien aanwezig) blijft steken in geslo-
ten stand.
c) Vloeistofpeil is te laag. Bij normaal bedrijf moet het vloeistofpeil hoger staan
dan de zuigkorf.
d) Pompen met vlotterschakelaar: De vrije lengte van de kabel van de vlotter-
schakelaar is te lang (zie paragraaf 3.3 Instelling van de vlotterschakelaar).
Wijzigingen voorbehouden.
57