R
4-polige metingen
A
Uitvoeren van 4-polige metingen:
1.
Selecteer de functie 4 POLE. Zie afbeelding 5.
2.
Sluit de meetsnoeren aan.
Sluit de aansluitingen E/C1 en ES/P1 met de twee meegeleverde meetsnoeren
(1,5 m) aan op het door te meten aardingssysteem. Plaats twee aardingspennen
in de aarde/grond. De minimale afstand tussen de aardelektrode (E/C1), de probe
(S/P2) en de hulpaarde (H/C2) moet ten minste 20 m bedragen. Het ES-
meetsnoer elimineert beïnvloeding door de meetsnoeren.
Sluit de aardingspennen met behulp van de haspels met 25 resp. 50 m kabel aan
op H/C2 en S/P2 zoals hieronder weergegeven.
3.
Druk op START.
duidt aan dat er een meting wordt uitgevoerd. Houd voor een
continumeting de START-knop ingedrukt.
duidt aan dat een meting is voltooid. Het resultaat wordt op het display
4.
weergegeven tot een nieuwe meting wordt gestart of de draaischakelaar wordt
bediend.
Earth/Ground Tester
Gebruik
13