6 Ingebruikname
6.9.1
CO₂-gehalte controleren
1.
Sluit een CO₂-analysetoestel aan.
2.
Stel het product met het testprogramma (P.01) in wer-
king en stel de waarde in.
–
Instelwaarde van het programma P.01: 100
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 28)
3.
Wacht totdat de afgelezen waarde stabiel is.
–
Wachttijd voor het aflezen van een stabiele waarde:
2 min
4.
Meet het CO₂-gehalte aan de verbrandingsgasmeet-
aansluiting .
5.
Vergelijk de meetwaarde met de betreffende waarde in
de tabel.
Controle van de CO₂‑waarde
Verwij-
Aardgas
Ne-
derde
der-
voorman-
land
tel
Vloeibaar gas
Gemon-
Aardgas
teerde
voorman-
tel
Vloeibaar gas
▽
Stel indien nodig het CO₂-gehalte in.
6.9.2
CO₂-gehalte instellen
1.
Stel door aan de schroef te draaien het (1) CO₂-gehalte
in.
◁
Door naar rechts te draaien, wordt de waarde ver-
minderd.
◁
Door naar links te draaien, wordt de waarde ver-
groot.
Aanwijzing
Alleen bij aardgas: stel de gewenste waarde
geleidelijk in. Draai hiervoor telkens de
schroef 1 slag en wacht totdat de waarde
zich stabiliseert.
Alleen bij vloeibaar gas: stel de gewenste
waarde geleidelijk in. Draai hiervoor telkens
de schroef 1/2 slag en wacht totdat de
waarde zich stabiliseert.
2.
Controleer of de instelling klopt.
▽
Als de instelling niet binnen het opgegeven bereik
ligt, dan mag u het product niet in gebruik nemen.
▶
Breng het serviceteam op de hoogte.
3.
Controleer of de eisen voor schone lucht met betrekking
tot. CO vervuld worden.
20
9 ±0,2 %
G20
8,8 ±0,2 %
G25
8,8 ±0,2 %
G25.3
10,1 ±0,2 %
G31
9,2 ±0,3 %
G20
9,0 ±0,3 %
G25
9,0 ±0,3 %
G25.3
10,3 ±0,3 %
G31
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoElegance 0020200498_06
6.10
Controle van het gasdebiet
1.
Het gasdebiet hangt af van het CO₂-gehalte en van het
ventilatortoerental.
2.
Let op het typeplaatje voor de min. (1) en max. (2) toe-
rentallen op de luchtaanzuigbuis.
6.10.1 Het maximale ventilatortoerental controleren
1.
Activeer het testprogramma (P.01) en stel de waarde in.
–
Instelwaarde van het programma P.01: 100
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 28)
2.
mode
Druk de toets
7 seconden lang in om naar de
instellingen van de diagnosecodes van het product te
gaan.
◁
Op het display verschijnt (0).
3.
Voor de controle van het maximale ventilatortoerental,
zie hoofdstuk Diagnosecodes activeren (→ Pagina 21)
en gebruik de diagnosecode (d.34).
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 28)
▽
Als het gasdebiet niet overeenkomt met de op het
typeplaatje aangegeven waarde, neemt u contact op
met het serviceteam.
–
Toelaatbare tolerantie van het ventilatortoeren-
tal: −200 ... 200 o/min
4.
Druk op de toets
menu te verlaten.
6.10.2 Het minimale ventilatortoerental controleren
1.
Activeer het testprogramma (P.01) en stel de waarde in.
–
Instelwaarde van het programma P.01: 0
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 28)
2.
mode
Druk de toets
7 seconden lang in om naar de
instellingen van de diagnosecodes van het product te
gaan.
3.
Voor de controle van het minimale ventilatortoerental,
zie hoofdstuk Diagnosecodes activeren (→ Pagina 21)
en gebruik de diagnosecode (d.34).
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 28)
▽
Als het gasdebiet niet overeenkomt met de op het
typeplaatje aangegeven waarde, neemt u contact op
met het serviceteam.
–
Toelaatbare tolerantie van het ventilatortoeren-
tal: −200 ... 200 o/min
4.
mode
Druk de toets
3 seconden lang in om naar het
testprogramma te gaan.
1
2
of op de aan/uit-knop om het