6
Koudwateraansluiting
7
Verwarmingsexpansie-
vat
3.
Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen in de instal-
latie.
Voorwaarden: Vulvoorziening geïnstalleerd
▶
Om terugloop in het gebruikswaternet te voorkomen,
sluit u een externe veiligheidsgroep direct voor de vul-
voorziening aan. Deze veiligheidsgroep moet het vol-
gende bevatten:
–
een terugslagklep
–
een 8-bar-veiligheidsklep
4.
Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikname.
5.3.1
Gasleiding op lekkages controleren
▶
Controleer de gehele gasleiding vakkundig op dichtheid.
5.4
Aansluiting van de condensafvoerleiding.
▶
Neem de hier beschreven aanwijzingen alsook richtlijnen
en plaatselijk geldende voorschriften voor de condensaf-
voer in acht.
◁
Gebruik PVC of een ander materiaal dat voor het
afvoeren van de niet-geneutraliseerde condens ge-
schikt is.
▽
Als u niet kunt garanderen dat de materialen van de
afvoerleidingen geschikt zijn, installeert u een sys-
teem voor de neutralisering van het condenswater.
◁
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet lucht-
dicht met de afvoerslang verbonden is.
5.5
VLT/VGA-systeem
5.5.1
VLT/VGA monteren
▶
Monteer de VLT/VGA zoals in de aparte montagehandlei-
ding voor de VLT/VGA beschreven.
0020200498_06 ThermoElegance Installatie- en onderhoudshandleiding
8
CV-circuit retour
5.5.2
Aansluitstuk 60/100 mm of 80/125 mm
monteren
1
1.
Plaats het aansluitstuk (1) op het product.
2.
Schroef het aansluitstuk met de 4 schroeven vast.
5.5.3
Aansluitstuk 80/80 mm monteren
1
1.
Plaats het aansluitstuk (1) op het product. De aanslui-
ting voor de luchttoevoer kan naar de linker of naar de
rechter kant wijzen.
2.
Schroef het aansluitstuk met de 4 schroeven vast.
5.6
Aanwijzingen m.b.t. het VLT/VGA-systeem
5.6.1
Aanwijzingen en informatie bij de B23P
installatie
Buislengtes B23P installatie (→ Pagina 27)
De VGA moet minstens aan de classificatie T 120 P1 W 1
volgens EN 1443 voldoen.
De maximale buislengte (alleen rechte buis) komt overeen
met de maximaal toegestane verbrandingsgasbuislengte
zonder bochten. Als bochten gebruikt worden, dan moet de
maximale buislengte conform de dynamische stromings-
eigenschappen van de bochtstukken verminderd worden.
Bochtstukken mogen niet direct op elkaar volgen omdat het
drukverlies op deze manier enorm verhoogd wordt.
De verbrandingsgasuitlaat moet verticaal via het dak in de
vrije windstroom uitminden. Vooral als de verbrandingsgas-
afvoerbuis in koude ruimtes of buiten het gebouw geïnstal-
leerd wordt, kan het vriespunt aan het oppervlak van de bin-
nenkant van de buis bereikt worden. Door aantoonbare di-
mensionering volgens EN 13384-1 bij een minimale belas-
ting van de CV-ketel bij een verbrandingsgastemperatuur
van 40°C moet dit probleem vermeden worden. Het product
mag niet aan een cascaderookgassysteem aangesloten wor-
den dat door andere toestellen gebruikt wordt. Condens uit
de verbrandingsgasleiding mag via het apparaat worden af-
gevoerd. Bevestig het buissysteem zodanig dat een schei-
ding van de verbindingspunten veilig wordt verhinderd.
Installatie 5
13