06/2018
1019751-00
3.3.2
Navigatie
De belangrijkste instellingen kunnen reeds voor de start van het apparaat in
het Control Center en op het bedieningselement worden verricht. Op het
bedieningselement in het binnenste van het apparaat kunnen tijdens de brui-
ning functies uit- of ingeschakeld worden.
Navigatie-eenheid - Control Center
Het Control Center biedt comfortabele toegang tot speciale functies.
Selectie bevestigen.
De beschikbaarheid van deze knop wordt op het multifunctio-
neel paneel weergegeven naargelang de gekozen functie.
Apparaatfunctie selecteren.
Activeren, deactiveren of wijzigen van de functies of instellin-
gen.
NFC
-punt
1
Datatransfer door middel van contactvrije NFC-
communicatie - individuele instellingen kunnen op een chip-
kaart opgeslagen worden en bij het volgende gebruik weer
opgeroepen worden.
Voor informatie over instellingsopties, zie de afzonderlijke gebruikershandlei-
ding, 'Control Center' (bestelnr.: 1017231-..) in de map Technische documen-
tatie.
Communicatiesysteem: NFC (Near Field Communication; NFC-communicatie); max. bedieningsbereik:
1
ca. 50 mm, frequentiebereik: 13,56 MHz
Bediening
Gebruiksaanwijzing – 33/88