Menuopties
•
Proxy: hier kunt u de proxyserver activeren en
deactiveren.
•
IP-adres: hier geeft u het IP-adres van de
proxyserver in.
•
Poort: hier geeft u het poortnummer van de
proxyserver in.
•
Wachttijd: hiermee stelt u de periode in
waarna de verbinding met het netwerk wordt
verbroken als er binnen de opgegeven periode
geen gegevensverkeer heeft plaatsgevonden.
•
DNS: hier kunt u de DNS-adressen (Domain
Name Server) activeren en deactiveren.
•
DNS 1 en DNS 2: hier geeft u het primaire en
secundaire DNS-adres in.
•
Drager: hier selecteert u het type drager voor
het netwerk.
•
Geavanceerde instellingen: hiermee wijzigt
u de geavanceerde opties. Afhankelijk van de
ingestelde drager verschillen de beschikbare
opties.
108
Als de drager is ingesteld op GPRS:
APN: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord
voor aanmelden in.
Wanneer de drager is ingesteld op GSM:
Inbelnummer: hier geeft u het PPP-
telefoonnummer in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord
voor aanmelden in.
Type data-oproep: hier selecteert u een
oproeptype voor gegevensoverdracht.
3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te slaan.