4
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Instructies voor de ouders
Lees voor gebruik eerst de gebruikshandleiding en veiligheidsvoorschriften zorgvuldig
door.
Vertel uw kinderen over de inhoud ervan en de gevaren die het gebruik van de telefoon met
zich meebrengt.
Let bij het gebruik van de tele-
foon op de wettelijke voor-
schriften en lokale
beperkingen. Die kunnen bijv.
van toepassing zijn in vliegtui-
gen, bij benzinestations, in zie-
kenhuizen of tijdens het
autorijden.
De werking van medische ap-
paratuur zoals hoortoestellen
of pacemakers kan worden ge-
stoord. Houd ten minste een
afstand van 20 cm tussen de te-
lefoon en pacemaker aan.
Houd het toestel tijdens een
gesprek aan het oor dat het ver-
ste van de pacemaker is verwij-
derd. Neem voor meer
informatie contact op met
uw arts.
Er kan blijvend gehoorverlies
optreden als u een oor- of
hoofdtelefoon gebruikt die te
hard staat. U kunt in de loop
der tijd wennen aan een hoger
volume, dat dan normaal
klinkt maar wel schadelijk kan
zijn voor uw gehoor. Stel het
volume in op een veilig niveau.
Als uw oren tuiten, verlaagt u
dan het volume of gebruik het
systeem niet meer.
Kleine delen, zoals SIM-kaart,
sluitingen, objectiefring en/of
objectiefdeksel alsook de Micro
SD-kaart kunnen door kleine
kinderen worden verwijderd
en ingeslikt. Daarom moet de
telefoon buiten bereik van klei-
ne kinderen worden bewaard.
Plaats het toestel niet in de
buurt van elektromagnetische
gegevensdragers zoals credit-
cards en diskettes. De informa-
tie op deze gegevensdragers is
opgeslagen kan hierdoor verlo-
ren gaan.
De op de netadapter aangege-
ven voedingsspanning (V) mag
niet worden overschreden.
Indien hiermee geen rekening
wordt gehouden, kan de op-
lader worden beschadigd.
De voeding moet in een mak-
kelijk toegankelijk stopcontact
worden gestoken bij het laden
van de batterij. De enige ma-
nier om de lader uit te schake-
len na het laden van de batterij,
is door deze uit het stopcontact
te halen.