16
Beveiliging
2. Gebruik
omhoog, omlaag, naar rechts of
naar links te bladeren door het
hoofdmenu. Blader bijvoorbeeld
naar Instellingen.
3. Druk op
4. Druk op
te bladeren, bijvoorbeeld Profielen.
5. Druk op
bevestigen.
6. Druk op
optie te bladeren, bijvoorbeeld
Normaal.
7. Druk op
bevestigen.
• U kunt ook toegang krijgen tot een
functie door op het bijbehorende menu-
nummer te drukken: open bijvoorbeeld
het hoofdmenu en druk op
Instellingen
naar
• In deze gebruiksaanwijzing worden de
stappen die nodig zijn om bij een menu
uit te komen in beknopte
vorm weergegeven, bijvoorbeeld:
Instellingen
>
Beveiliging
Instellingen
Beveiliging
>
De telefoon en SIM-kaart worden
door verschillende codes beveiligd
tegen misbruik.
en
om
om het menu te openen.
om naar een submenu
om de selectie te
om naar de gewenste
om de selectie te
te gaan.
Profielen
> Normaal.
Bewaar deze codes op een veilige plaats
waar u ze later gemakkelijk terug kunt
vinden wanneer u ze nodig hebt.
• Als u de PIN-code drie keer achter el-
kaar verkeerd invoert, wordt de SIM-
kaart vergrendeld. U moet dan de PUK-
code voor die SIM-kaart invoeren om de
kaart te ontgrendelen. Neem contact op
met uw provider om een PUK-code te
krijgen.
• Als de PUK-code verloren is, neemt u
contact op met de provider.
Beveiligingscodes
PIN1-
code
PIN2-
code
PUK-code
PUK2-
om
code
Toestel-
vergren-
deling
(Personal Identification
Number) Beveiligt uw
SIM-kaart tegen ongeoor-
loofd gebruik.
Deze is nodig voor
bepaalde instellingen en op
de PIN2-code te wijzigen.
(Personal Unblocking Key)
Deze wordt gebruikt om
SIM-kaarten te ontgrendelen
nadat drie keer achter elkaar
een verkeerde PIN1-code is
ingevoerd.
Hiermee beveiligt u de tele-
foon tegen ongeoorloofd
gebruik.
Na inschakeling moet de toe-
stelcode worden ingevoerd
wanneer het toestel wordt
ingeschakeld
(standaardcode: 1234).