2. Zet het maaidek op de gewenste maaihoogte, zet
de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
stel de parkeerrem in werking en verwijder het
contactsleuteltje.
3. Controleer of de voor- en achterbanden de
aanbevolen spanning hebben en breng ze eventueel
op de juiste spanning; zie Bandenspanning
controleren.
4. Controleer op kromme messen.
5. Verwijder de kappen van de bovenkant van de
maaidekken.
6. Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen.
7. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand
van het mes.
8. Draai aan de contramoeren waarmee de
gaffels/kettingen van het maaidek zijn bevestigd aan
het maaidek, totdat het maaidek horizontaal staat
(Figuur 24).
1. Voorste gaffelketting
maaidek
2. Achterste gaffelketting
maaidek
3. Ketting
Schuinstand van het maaidek afstellen
De schuinstand van het maaidek is het verschil in
de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot
de achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een
schuinstand van 8 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant
van het mesvlak 8 mm hoger is dan de voorkant.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet het maaidek op de gewenste maaihoogte, zet
de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
Figuur 24
4. Gaffel
5. Contramoer
6. Maaier
stel de parkeerrem in werking en verwijder het
contactsleuteltje.
3. Draai het middelste mes zodat dit recht naar voren
wijst.
4. Meet met een korte liniaal de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes.
5. Draai deze rand van het mes achterwaarts en meet
de afstand van de grond tot de rand van het mes aan
de achterkant van het maaidek.
6. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan
de achterkant om de schuinstand te berekenen.
7. Draai aan de contramoeren waarmee de
gaffels/kettingen van het maaidek vastzitten, om de
achterkant van het maaidek hoger te zetten, zodat de
schuinstand 8 mm is (Figuur 24).
Grasgeleider vervangen
WAARSCHUWING
Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan de
maaimachine voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact
komen met het mes.
• Gebruik de machine nooit zonder mulchset of
grasgeleider.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
1. Laat het maaidek neer op de grond, zet de
gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
stel de parkeerrem in werking en verwijder het
contactsleuteltje.
2. Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk
waarmee de bevestigingen van de grasgeleider
vastzitten op de draaibeugels (Figuur 25). Verwijder
een beschadigde of versleten grasgeleider.
21