Stalling
1. Reinig het maaidek grondig en let daarbij speciaal
op de volgende punten:
• Onder de maaier
• De ruimte onder de drijfriemkappen van het
maaidek
• Aftakas
• Alle smeernippels en draaipunten
2. Controleer of de voor- en achterbanden de
aanbevolen spanning hebben en breng ze eventueel
op de juiste spanning; zie Bandenspanning
controleren.
3. Verwijder, slijp en balanceer de messen van
het maaidek. Monteer de messen en draai de
bevestigingen van de messen vast met een torsie
115-149 Nm.
4. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze
vast indien nodig.
5. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie.
Neem overtollig vet op.
6. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest,
moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden.
Deuken herstellen.
23