Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning
is 25 psi in de achterbanden en 15 psi in de voorbanden.
Als de machine over een cabine beschikt, dienen zowel
de voor- als de achterbanden opgepompt te worden tot
25 psi. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot
onregelmatige maairesultaten. De bandenspanning kan
het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Drijfriemen van maaimessen
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
De drijfriemen van de maaimessen, die wordt gespannen
door de veerbelaste spanpoelie, zijn vervaardigd van
zeer duurzaam materiaal. De riemen zullen echter na
vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen.
Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens
het maaien, slechte maaikwaliteit, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riemen als u
deze zaken constateert.
1. Zet het maaidek op de maaihoogte van 2,5 cm,
zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor
uit, stel de parkeerrem in werking en verwijder het
contactsleuteltje.
2. Verwijder de drijfriemkappen die boven op het
maaidek zitten. Zet de drijfriemkappen weg.
3. Trek de spanpoelie weg van de bovenste drijfriem
(Figuur 18) om deze te ontspannen en laat de
drijfriem loskomen van de poelies.Gebruik hiervoor
een onderbrekerstang of soortgelijk gereedschap.
1. Bovenste riem
2. Bovenste spanpoelie
Figuur 18
3. Onderste riem
4. Onderste spanpoelie
4. Leg de nieuwe riem rond de poelie van de
tandwielkast, de onderste aspoelies en de spanpoelie,
zoals wordt getoond in Figuur 18.
5. Leg de nieuwe riem rond de bovenste aspoelies en
de spanpoelie, zoals wordt getoond in Figuur 18.
6. Smeer het dek volledig en de smeerpunten van de
aandrijving van het dek.
7. Plaats de drijfriemkappen terug.
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af
zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en
kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor
het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of
ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit
nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u
dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes.
GEVAAR
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de gebruiker of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
Controleer de messen om de 8 bedrijfsuren.
Vóór controle en onderhoud van de
maaimessen
1. Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal los en
stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat
u de bestuurdersstoel verlaat.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Controleer de snijranden (Figuur 19). Als de
snijranden niet scherp zijn of inkepingen vertonen,
moet u de messen verwijderen en deze slijpen. Zie
Maaimessen slijpen.
2. Controleer de messen, in het bijzonder de vleugel
(Figuur 19). Als u beschadiging, slijtage of
18