Onderhoud van de bougies
Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Dit
zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het
niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt.
Type: Champion RC 14YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,762 mm
Opmerking: De bougies hebben meestal een lange
levensduur. U moet de bougies echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat er
geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougies en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
Belangrijk
Een gebarsten, aangetaste, vuile of
gebrekkig werkende bougie moet worden vervangen. U
mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen
met een staalborstel omdat hierdoor gruis kan losraken en
in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal tot
beschadiging van de motor.
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode 0,762 mm bedraagt.
Plaats een bougie met de juiste elektrodenafstand en
draai deze vast met een torsie van 24–30 Nm. Als u
geen momentsleutel gebruikt, moet u de bougie stevig
vastdraaien.
5. Druk de bougiekabels op de bougie.
Figuur 43
Transaxle-vloeistof verversen
Ververs de transaxle-vloeistof om de 800 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
2. Verwijder de aftapplug uit de rechterkant van het reservoir
Opmerking: De oude olie afgeven bij een erkend
inzamelcentrum.
1. Aftapplug
3. Vul het reservoir (Fig. 45) met ongeveer 1,4 liter SAE
4. Start de motor en laat deze draaien zodat de vloeistof
0,762 mm
1. Vulbuis
34
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
(Fig. 44) en laat de vloeistof in een opvangbak lopen.
Plaats de aftapplug terug wanneer er geen vloeistof meer
naar buiten stroomt, en zet deze goed vast.
2
Figuur 44
10W30-motorolie of totdat het oliepeil de onderkant van
de opening van de niveau-aanwijzer bereikt (Fig. 44).
zich verspreidt door het hele systeem. Controleer
nogmaals het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Figuur 45
1
m–4849
2. Opening van
niveau-aanwijzer
1