Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruiksaanwijzing; Veiligheid Staat Voorop; Bedieningsorganen - Toro Workman 2110 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Workman 2110:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing

Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van het voertuig.

Veiligheid staat voorop

Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en –stickers in
het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze
informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel
oplopen.

Bedieningsorganen

Gaspedaal
Het gaspedaal (Fig. 13) biedt de bestuurder de mogelijk-
heid de rijsnelheid van het voertuig te regelen. Als u het
pedaal intrapt, start u de motor. Trapt u het pedaal verder
in, dan verhoogt u de rijsnelheid. Als u het pedaal laat
opkomen, vermindert de snelheid van het voertuig en stopt
de motor. De maximumsnelheid vooruit is 26 km per uur.
Rempedaal
Met het rempedaal kunt u het voertuig tot stilstand brengen
of de snelheid verminderen (Fig. 13).
Voorzichtig
Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen
lichamelijk letsel veroorzaken.
Als de vrije slag van de rempedalen tot de vloer van
het voertuig minder dan 2,5 cm bedraagt, moeten
de remmen worden afgesteld of gerepareerd.
2
1
Figuur 13
1. Gaspedaal
m–5908
2. Rempedaal
18
Parkeerrem
De parkeerrem bevindt zich tussen de stoelen (Fig. 14). Steeds
als de motor wordt afgezet, moet u de parkeerrem in werking
stellen om te voorkomen dat het voertuig per ongeluk in
beweging komt. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet
u de hendel naar achteren trekken. Om de parkeerrem vrij te
zetten, moet u de hendel naar voren duwen. Als u het voertuig
op een steile helling parkeert, moet u erop letten dat de
parkeerrem in werking is gesteld. Plaats blokjes achter de
wielen om te voorkomen dat het voertuig de helling afrolt.
Figuur 14
1. Parkeerremhendel
Chokeknop
De chokeknop bevindt zich rechtsonder naast de
bestuurdersstoel. Om een koude motor te starten, moet u de
chokeknop uittrekken (Fig. 15). Nadat de motor is gestart, kunt
u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen.
Zodra dit mogelijk is, zet u de chokeknop op Uit. Als de motor
warm is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt.
Schakelhendel
De schakelhendel heeft drie standen: vooruit, achteruit, en
neutraalstand (Fig. 15). U kunt de motor in elke van de drie
posities starten en laten lopen.
Opmerking: Als de keuzeschakelaar op Achteruit staat
wanneer het contactsleuteltje wordt omgedraaid, klinkt er
een zoemer om de bestuurder te waarschuwen.
Belangrijk
Het voertuig moet altijd eerst tot stilstand
worden gebracht, voordat u schakelt.
1
Figuur 15
1. Choke
1
m–5909
2
m–5371
2. Schakelhendel

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0727707277tc

Inhoudsopgave