Brandstoftank
Aanbevolen benzine
Gebruik loodvrije, normale schone benzine voor auto-
mobielen (octaangetal minimaal 87). Gelode benzine kan
worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
Belangrijk
Gebruik nooit benzine die methanol,
gasohol die meer dan 10 % ethanol bevat, superbenzine of
wasbenzine omdat dit kan leiden tot schade aan het
brandstofsysteem van de motor.
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Eventueel gemorste benzine
opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
benzinetank tot 2,5 cm vanaf de onderkant van
de vulbuis. Deze ruimte in de tank geeft benzine
de kans om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met benzine bezig bent,
en houd de brandstof weg van open vuur of
vonken.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd vat of blik
en buiten bereik van kinderen. Koop nooit meer
benzine dan u in 30 dagen kunt opmaken.
• Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de
buurt van het voertuig alvorens de tank bij te
vullen.
• Benzinevaten niet in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof
beplating het vat kunnen isoleren, waardoor de
afvoer van statische lading wordt bemoeilijkt.
• Als het praktisch mogelijk is, kunt u het best een
voertuig met een benzinemotor eerst van de
vrachtwagen of aanhanger halen en bijtanken
als het voertuig met de wielen op de grond staat.
• Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur
dergelijke machines op een truck of aanhanger
bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met
behulp van een vulpistool van een pomp.
• Als u een vulpistool moet gebruiken, dient u de
vulpijp voortdurend in contact met de rand van
de brandstoftank of de opening van het vat te
houden, totdat u klaar bent met bijvullen.
Brandstoftank vullen
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 26,5 liter.
1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen.
2. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon (Fig. 11).
1. Dop van brandstoftank
3. Verwijder de dop van de brandstoftank.
4. Vul de brandstoftank tot ongeveer 2,5 cm vanaf de
bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis).
Deze ruimte is nodig voor het uitzetten van de benzine.
Niet te vol vullen.
5. Draai de tankdop stevig vast. Neem gemorste brandstof op.
Peil van transmissie-olie
controleren
Het peil van de transaxle-vloeistof moet tot aan de
onderkant van de opening van de niveau-aanwijzer staan
(Fig. 12). Als dit niet het geval is, moet u het reservoir met
voldoende vloeistof vullen; zie Transaxle-vloeistof
verversen, blz. 34, stappen 3 en 4.
1
Figuur 12
1. Opening van niveau-aanwijzer
17
1
Figuur 11
m–4849