Inhoudsopgave
Advertenties
7. Verkrijgen van een goed flow signaal
7. Verkrijgen van een goed flow signaal
7.1
De probe positioneren
In het Probe Focus- scherm zijn het Doppler signaal en de bijbehorende audio geactiveerd.
Het positioneren van de probe zodat een optimaal signaal wordt verkregen, is essentieel. Onjuiste
plaatsing van de probe zal de nauwkeurigheid van de weergegeven gegevens negatief beïnvloeden.
Zie figuren 7.1.1 to 7.1.2.
Figuur 7.1.1. Goede signaalkwaliteit.
Figuur 7.1.2. Slecht gedefinieerde golfvorm.
Er kan verplaatsing van de probe optreden waardoor de kwaliteit van het signaal af kan nemen. Het is
essentieel om het optimale signaal te hebben tijdens de beoordelingsmomenten van monitoring. Het
kan nodig zijn om terug te keren naar het scherm Probe Focus en het signaal opnieuw te
optimaliseren.
Identificeer de correcte dieptemarkeringen op de probe en breng deze in tot de juiste proximale
(diepste) marker. Draai de probe dan om het karakteristieke signaal te lokaliseren. Als dit niet wordt
verkregen, trek de probe dan iets terug en draai opnieuw. Herhaal dit totdat het correcte signaal wordt
verkregen. Het correcte signaal wordt ook vergezeld van een karakteristiek hoorbare signaal.
Pas de positie van de probe aan totdat de aortale golfvorm zo helder en scherp mogelijk wordt
weergegeven, zowel visueel als qua geluidstoon. Normaal gesproken duidt de aortale golfvorm met de
hoogste pieksnelheid op het optimale signaal. Zie figuur 7.1.1.
Een 'ideale' aortale golfvorm dient een scherpe, goed gedefinieerde contour te hebben met een
overwegend zwart centrum en een kleine hoeveelheid wit in de achterrand van de golfvorm. Zie
figuren 7.1.1 en 7.1.2.
De groene lijn zoals waargenomen in het scherm Run, is de maximale snelheid volglijn en dient dicht
te volgen op de contour van de golfvorm. Er dienen geen 'pieken' in de maximale volglijn voor te
komen.
De drie witte pijlen dienen aan het begin en het einde van de systolische flow en op de pieksnelheid
zichtbaar te zijn. Zie figuur 7.3.1. Onjuiste plaatsing van de pijlen heeft invloed op de gegevens die
weergegeven worden. Zie figuur 7.1.3. Focus de probe opnieuw.
Figuur 7.1.3. Onjuiste plaatsing van de witte pijlen.
Pagina 13
Advertenties
Inhoudsopgave
