Controleer de montage van uw banden:
• Til beurtelings het voor- en achterwiel
omhoog en laat ze met de hand ronddraaien.
• De band moet rondlopen. Er mag geen sprake
zijn van hoogte- of zijslag.
Bij tubes:
Sommige racefietsen zijn voorzien van
zogenoemde tubes. Bij dit type is de
binnenband ingenaaid in de buitenband.
Buiten- en binnenband worden dan bij montage
op de speciale velg gelijmd. Het is belangrijk
dat daarbij de montagevoorschriften van de
banden-, lijm- en velgenfabrikanten in acht
genomen worden.
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Een verkeerd gelijmde band kan in een bocht
loskomen van de velg en gaan verschuiven.
- Controleer de verlijming van uw tubes.
- Als u de band met de hand van de velg kunt
drukken, mag de fiets niet meer worden
gebruikt.
- De band moet opnieuw worden gelijmd.
- Neem daarbij de montagevoorschriften van de
banden-, lijm- en velgenfabrikanten in acht.
- Informeer bij uw dealer.
Probeer de opgepompte band op verschillende
plaatsen op de band zijwaarts van de velg te
drukken.
De band moet op de velg blijven plakken.
Als u de band van de velg kunt drukken, mag de
fiets niet meer worden gebruikt.
Laat de band opnieuw lijmen door een
gediplomeerd fietsenmaker.
Een pas gelijmde band moet drogen. Neem
daarvoor de montagevoorschriften van de
banden-, lijm- en velgenfabrikanten in acht.
7.1.4
Overige zaken controleren
Controleer de wielen op losse delen, zoals
takjes, stofresten, losse spaakreflectoren etc.
16
Als er losse delen aanwezig zijn:
- Verwijder deze als dit zonder veel kracht
mogelijk is.
- Controleer of uw wielen door deze losse delen
beschadigd zijn.
- Zet losgeraakte fietsonderdelen zoals
spaakreflectoren weer vast. Neem direct
contact op met uw dealer als u dat niet zelf
kunt of wilt doen.
- Let erop dat alle reflectoren conform de
StVZO (zie hoofdstuk 2.1.4) aanwezig zijn,
op de juiste manier zijn gemonteerd en niet
afgedekt of vuil zijn.
7.2
Zadel en zadelpen controleren
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Wanneer de zadelpen niet ver genoeg in het
frame steekt, kan deze losraken. Dit kan
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,
ongevallen en beschadiging van de fiets.
Zorg er daarom voor dat de zadelpen ver
genoeg in het frame steekt. Op de zadelpen
staat een indicatielijn waarmee de minimale
insteekdiepte is aangegeven. Raadpleeg
hiervoor ook hoofdstuk 8.3.
!
Beschikt u over de benodigde technische
kennis, dan kunt u de zadelpen zelf vastzetten.
Raadpleeg hiervoor ook hoofdstukken 8.2, 8.3
en 11.2.
Controleer of zadel en zadelpen stevig vast zitten:
- Probeer handmatig het zadel inclusief pen in
het frame te verdraaien. Deze mogen zich niet
laten verdraaien.
Zadelpen controleren
- Probeer het zadel in zijn klemming te
bewegen door hem met de hand omhoog
en omlaag te duwen. Het zadel mag niet
bewegen.
Zadel controleren
Als zadel en/of zadelpen bewegen, zet u deze
vast (zie hoofdstuk 8.2, 8.3 en 11.2).
7.3
Stuur, stuurpen en balhoofd montage
controleren
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Stuur en stuurpen zijn vitale onderdelen voor
uw rijveiligheid.
Beschadigingen en foutieve montage kunnen
zeer ernstige valpartijen tot gevolg hebben.
Als u ontdekt dat deze onderdelen gebreken
vertonen of als u twijfelt aan hun staat, mag u
uw fiets in geen geval nog gebruiken. Ga direct
naar een gediplomeerd fietsenmaker.
Controleer de montage van stuur, stuurpen en
balhoofd.
- De stuurpen moet parallel lopen aan de velg
van het voorwiel, het stuur moet er haaks op
staan.
- Klem het voorwiel tussen uw benen.
- Neem het stuur aan beide uiteinden vast.
- Probeer het stuur met de hand in beide
richtingen te verdraaien.
- Probeer het stuur met de hand in de stuurpen
te verdraaien.
Klemming stuurpen controleren
Klemming stuur controleren
- Onderdelen mogen niet verdraaien of
verschuiven.
- Er mogen geen krakende of knarsende
geluiden te horen zijn.
17