Inhoudsopgave
Advertenties
8.5
Remmen bedienen
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Verkeerd gebruik van de remmen kan leiden tot
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen
en beschadiging van de fiets.
- Zorg dat u vertrouwd bent met het gebruik
van de remmen.
- Bepaal welke remgreep de voorrem bedient,
en welke de achterrem.
- Knijp daarvoor in stilstand meerdere keren de
betreffende hendel in. Bij een van de velgen
ziet u dat de remblokjes of brakepads openen
en sluiten.
Om de rem te bedienen knijpt u de hendel
richting stuur.
Remmen bedienen
!
De beste remwerking bereikt u als u beide
remgrepen juist gedoseerd tegelijkertijd
inknijpt.
8.6
Wiel monteren
8.6.1
Steekas bedienen
Steekas gedemonteerd.
26
Wiel plaatsen:
- Bij een steekassysteem met spanhendel
plaatst u het wiel in de vork en plaatst u de
remschijf op correcte wijze in de remhoef.
- Zorg dat het wiel recht staat, en schuif
vervolgens:
• bij racefiets: de as met geopende
snelspanhendel van links naar rechts door
de wielophanging en de naaf.
• bij mountainbike: voorwiel de as met
geopende snelspanhendel van rechts
naar links door de wielophanging en de
naaf, achterwiel de as met geopende
snelspanhendel van links naar rechts door
de wielophanging en de naaf.
- Draai de steekas vast in de schroefdraad en
sluit de spanhendel met enige weerstand.
Wiel verwijderen:
- Open de spanhendel en draai de steekas los.
- Trek de snelspanner uit de vork en de naaf.
- Verwijder het wiel voorzichtig uit de vork en de
remschijf uit de remhoef.
- Plaats de steekas terug in de vork.
!
Speciale uitvoeringen
Sommige wielen zijn gemonteerd met een
andere soort steekas of een combinatie van
steekas en snelspanner. Voor het gebruik
van deze systemen verwijzen wij naar de
bijbehorende gebruikershandleidingen van
de betreffende velg- of vorkfabrikant
8.6.2
Snelspanas bedienen
Snelspanas gedemonteerd in losse onderdelen.
De naven van uw wielen en eventueel ook
de klemming van uw zadelpen zijn voorzien
van snelspanassen (meestal 'snelspanners'
genoemd). Dankzij deze snelspanners zijn deze
onderdelen snel te demonteren en te monteren
zonder gereedschap.
Een snelspanner bestaat uit
- een lange as met schroefdraad,
- het ene uiteinde voorzien van een moer
- en het andere uiteinde van een excentrisch
gelagerde hendel.
- Tussen de contramoer en de naaf, en tussen
de hendel en de naaf bevinden zich veertjes.
- De kant van de veertjes met de kleinere
diameter wijst steeds richting naaf.
- Bij snelspanners voor het vastklemmen van
de zadelpen bevindt zich op de plaats van de
moer een schroefkop met inbus.
Zo opent u de snelspanner:
- Druk de excentrisch gelagerde hendel weg van
de naaf. Deze kan nu ca. 180° rond zijn eigen
as draaien.
Snelspanner gesloten.
Snelspanner openen.
Snelspanner openen.
Draai de contramoer zo ver tegen de wijzers
van de klok in dat het wiel zonder veel kracht te
zetten uit het frame of uit de voorvork genomen
kan worden. Mocht u de moer helemaal van het
schroefdraad af draaien, let er dan op dat de
veertjes niet zoekraken.
Contramoer tegen de wijzers van de klok in
losdraaien.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
