Inhoudsopgave
Advertenties
Velg met groef als slijtage-indicator
Velg met punt als slijtage-indicator
Velg zonder slijtage-indicator
1 Controleer de velgen op slijtage:
- Velgen met slijtage-indicatoren:
visuele controle
- Velgen zonder slijtage-indicatoren:
• visuele controle
• vingernageltest: strijk met uw vingernagel
dwars over de velgrand.
Er mogen geen groeven voelbaar zijn.
- Als de slijtage-indicator niet meer zichtbaar
is, of als de velg zichtbare of met de
vingernagel voelbare groeven heeft, is deze
aan vervanging toe.
2 Controleer de rondheid van de velgen:
• Til de fiets op en laat eerst het voorwiel en
vervolgens het achterwiel ronddraaien.
• Let op de afstand tussen velg en
remblokjes. De maximaal toelaatbare
afwijking per omwenteling is 2 mm.
14
3 Controleer uw velgen op vervuiling, met name
olie en vet.
4 Vervuilde velgen dienen direct gereinigd te
worden (zie hoofdstuk 12).
7.1.3
Banden controleren
Controleer de stand van het ventiel:
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Als het ventiel scheef staat kan tijdens het
fietsen de ventielvoet afbreken, waardoor de
band plotseling leegloopt. Dit kan leiden tot
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen
en beschadiging van de fiets.
Laat een gediplomeerd fietsenmaker de zitting
van de banden corrigeren.
Deze handelingen kunt u zelf uitvoeren als u
bekend bent met het demonteren en monteren
van de wielen (zie hoofdstuk 11.1) en het
vervangen van buiten- en binnenband.
- Verwijder eventueel het ventielmoertje.
- Controleer de stand van het ventiel: ventielen
moeten richting het middelpunt van het wiel
wijzen..
Juiste ventielstand:
Ventiel wijst richting middelpunt van het wiel
Verkeerde ventielstand:
Ventiel wijst niet richting middelpunt van het wiel
Controleer de luchtdruk:
Bepaal welk type banden uw fiets heeft.
!
Mountainbikes kunnen zijn voorzien van
racebanden, racefietsen kunnen zijn uitgerust
met trekkingbanden.
Vuistregel:
Mountainbikeband:
Band breder dan 40 mm
Trekking- / cross- en fitnessbikebanden:
Band 28mm - 40 mm breed
Raceband:
Band smaller dan 30mm
Informeer bij uw dealer welk type banden
uw fiets heeft.
Richtlijnen voor bandenspanning:
voor mountainbikebanden 2,5 - 3,5 bar
voor trekkingbanden 3,5 - 5,0 bar
voor racebanden 6,0 - 10,0 bar
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade!
Een te lage bandenspanning leidt tot een
grotere kans op lekrijden en vooral tot
gevaarlijke rijeigenschappen. De band kan
in een bocht loskomen van de velg en gaan
verschuiven.
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen, ongevallen en beschadiging van
de fiets.
!
Pomp uw banden tot de voorgeschreven
spanning op.
Soms wordt luchtdruk gemeten in de eenheid
'psi'. Met behulp van de onderstaande tabel
kunt u de gebruikte eenheid omrekenen.
psi
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
bar
2,1
2,8
3,5
4,1
4,8
5,5
6,2
6,9
7,6
8,3
9,0
9,7
De werkelijk toelaatbare luchtdruk kunt u
vinden in de gegevens van de banden- en
velgenfabrikant.
De toegestane bandenspanning staat meestal
aangegeven op de zijkant van de band.
Raadpleeg hiervoor uw dealer.
!
Hoe zwaarder de bestuurder, des te hoger de
bandenspanning moet zijn.
Controleer de luchtdruk met behulp van een
bandenspanningsmeter. Raadpleeg voor het
gebruik van de bandenspanningsmeter de
bijbehorende handleiding of vraag uw dealer om
een demonstratie.
Bij te lage bandenspanning: pomp de band
verder op.
Bij te hoge bandenspanning: laat via het ventiel
lucht ontsnappen en controleer daarna opnieuw
de bandenspanning.
!
Met een fietspomp met manometer kunt u
al tijdens het oppompen de bandenspanning
controleren. Laat eerst wat lucht uit de band en
pomp vervolgens de band op tot de gewenste
bandenspanning is bereikt.
!
Er zijn verschillende soorten ventielen in de
handel. Bij auto- en dunlopventielen kunt u de
pompkop rechtstreeks op het ventiel plaatsen.
Bij een zogeheten Frans ventiel moet u eerst
het borgmoertje tot de aanslag opendraaien
en deze na het oppompen weer tot aan het
ventiel dichtdraaien. Laat de bediening van de
ventielen demonstreren door uw dealer.
Soorten ventielen
Controleer uw banden op externe
beschadigingen en slijtage:
• het oorspronkelijke profiel van het rubber
moet over het totale oppervlak van de band
zichtbaar zijn.
• de koordlagen onder het rubber mogen niet
zichtbaar zijn.
• het rubber mag geen bulten of scheuren
vertonen.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
