4.12.3
Afvoer in de gootpijp
•
De afvoer van de condenswaterleiding (4) moet zich op een vorstvrije diepte bevinden.
•
Richt de buis naar beneden.
•
De condenswaterleiding (4) moet worden voorzien van een sifon (5) om luchtcirculatie in de
leiding te voorkomen.
4
5
35