4.11
Hydraulische aansluiting
GEVAAR!
De leidingen moeten conform de voorschriften van de geldende normen en richtlijnen
worden aangelegd.
•
Dit
apparaat
warmtepompuitlaattemperatuur van 65°C aan de installatiezijde.
•
Dit apparaat is niet voorzien van afsluiters aan de hydraulische zijde. Wij adviseren deze te
laten installeren om toekomstig onderhoud te vergemakkelijken.
•
De retourtemperatuur wordt door de retoursensor beperkt.
4.11.1
Watervolumes
Het watervolume wat nodig is voor de optimale werking van het toestel (d.w.z. korte bedrijfstijden
voorkomen en ontdooiing toestaan) varieert afhankelijk van het toestelmodel.
Het aanbevolen minimum beschikbare watervolume is gelijk aan 8 liter maal het getal van de
toestelmaat.
Voorbeeld voor LUNA 2T 10:
LET OP!
De leidingen moeten leeg zijn voordat de warmtepomp wordt aangesloten om
vervuiling en beschadiging van de onderdelen te voorkomen.
4.11.2
Circuit van verwarmingsvloeistof
•
Zorg voor de ontluchting van de warmtepomp met behulp van de handbediende ventielen die
zich op elk watercircuit bevinden. Bij een automatische ontluchtingsklep, zorg ervoor dat deze
correct functioneert.
•
Installeer de vuilfilter.
•
Alle buitenleidingen dienen te worden geïsoleerd met specifiek leidingisolatiemateriaal met een
minimale dikte van 19mm.
•
Installeer de afsluit- en aftapkranen om de machine te kunnen ledigen bij langdurige onderbrekingen
van de stroomvoorziening.
•
Voorzie alle aansluitleidingen van afsluiters en vibratiedempende verbindingen om de trillingen,
zodat de trillingen van het toestel niet naar de installatie worden overgedragen.
•
Er moeten een drukvat in de juiste afmeting en een extra veiligheidsventiel (3 bar) op elk
watercircuit geïnstalleerd worden.
4.11.3
Installatiepomp
De installatiepomp wordt gevoed en gecontroleerd door het interne controlekader.
Het apparaat is voorzien van een geïntegreerde vorstbeveiliging en behoeft niet te worden uitgeschakeld
bij vorst.
Bij temperaturen lager dan +2°C wordt de aanvoerpomp regelmatig ingeschakeld om te voorkomen dat het
water in het primaire circuit bevriest.
Deze functie beschermt ook tegen te hoge temperaturen in het aanvoercircuit.
30
werkt
bij
een
maximale
8 liter x 10 = 80 liter
retourtemperatuur
van
55°C
en
een