10. Pesticiden aanmaken
De sproeivloeistof aanmaken volgens de
voorschriften van de fabrikant. De hoeveelheid is
afhankelijk van effectieve behoefte.
Uitgangswaarden voor pesticiden:
• Bodemculturen 0,3-0,5 l voor 10 m²
• Lage struiken 1,0-1,5 l voor 10 m²
• Leibomen, spilheesters 0,5-1,0 l per stuk
• Grote struikbomen 2,0 l per stuk
• Oude, vrijstaande bomen 3,0-5,0 l per stuk
Gebruik alleen zoveel sproeivloeistof als nodig is.
Pesticide enkel in open lucht aanmaken, nooit in
woonruimten, stallingen of opslagruimten voor
levensmiddelen en voeder..
Het poedervormige pesticide in een afzonderlijk
reservoir aanmaken – goed voormengen – en pas
daarna in de sproeier gieten.
OPMERKING:
De sproeivloeistof kan eventueel in het reservoir
nogmaals worden gemengd (geroerd) met behulp
van de sproeilans.
Bij vloeibaar pesticide het reservoir voor 1/4 met
water vullen, het sproeimiddel in vloeibare vorm
voorgemengd met water toevoegen. Aanvullen met
de juiste hoeveelheid water en goed mengen.
Bij gebruik van sproeimiddelen die aangemaakt zijn
op basis van plantaardige preparaten, dient men
erop te letten dat de vloeistof voor het vullen gefilterd
is.
De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant
van het roeimiddel moeten absoluut worden
opgevolgd!
11. Vullen
Om het apparaat te vullen, moet steeds de
bijgeleverde zeeftrechter worden gebruikt. De
vulprocedure moet voor de volledige duur worden
bewaakt.
Een directe verbinding tussen de vulslang en de
inhoud van het reservoir moet worden vermeden.
Het sproeimiddel mag niet door terugzuiging in het
waterleidingnet terechtkomen.
Tijdens het vullen met sproeimiddel moet erop
worden gelet dat het milieu, de natuurlijke
huishouding en het waterleidingnet niet in aanraking
komen met het sproeimiddel.
Het is niet toegestaan het reservoir tot boven het
maximumteken te vullen. Overlopen van het
reservoir, verontreinigingen van openbare
waterlopen, regen- en afvoerkanalen moeten worden
vermeden.
Naast de instructies die hier en in hoofdst. 3 worden
gegeven, verwijzen wij nog naar het AID-
gegevensblad 2079 "Pesticidenapparaten vullen".
12. Sproeien
Muovere la leva manuale fin quando il serbatoio non
entra in pressione.
Aprire la valvola posta sulla leva manuale affinché' il
liquido possa fuoriuscire dall'ugello.
Lasciando andare la leva manuale si
interrompereall'istante il getto.
Rest van sproeimiddel / sproeien beëindigen
Zodra tijdens het sproeien met de drukspuit lucht uit
het sproeistuk naar buiten treedt (er ontstaan
nevelslierten), moet het sproeiproces worden
beëindigd.. In de sproeimiddeltank blijft dan nog
minder dan 200 ml sproeimiddel over. Wanneer u
geen sproeimiddel meer wenst bij te vullen en het
sproeien wilt beëindigen, dan moet u dit resterende
volume met 2l water verdunnen en over de
behandelde oppervlakte verstuiven.
13. Sproeivloeistofreservoir leegmaken en
reinigen
Maak het spuitapparaat dagelijks na gebruik leeg en
spoel het goed door met water. Let op de
reinigingsinstructies in de gebruiksaanwijzing van het
pesticide.
Het reservoir kan via de vulopening zonder resten
worden geleegd.
Na het reinigen laat u het sproeivloeistofreservoir in
geopende toestand drogen.
De zeeftrechter in de reservoiropening, de filter en
het spuitmondstuk moeten periodiek met water en
een zachte borstel worden gereinigd. Blaas het
spuitmondstuk niet met de mond uit!
14. Bewaring
Hoewel het reservoir gemaakt is uit UV-bestendig
materiaal, is het toch aan te bevelen het apparaat in een
droge ruimte zo te bewaren, dat het beschermd is tegen
directe zonnestralen en ontoegankelijk is voor kinderen
en dieren.
Bij vorstgevaar moet de vloeistof volledig worden
verwijderd uit het reservoir, de luchthelm en de
leidingen.
NEDERLANDS 7