De stuurinrichting werkt niet goed.
De stuurinrichting moet worden
gekalibreerd.
De stuurkoppeling moet worden afgesteld.
De hopper werkt niet goed.
De hydraulische vloeistof is bijna op.
Er zit lucht in het hydraulische systeem.
De sensor werkt niet goed.
De kabel zit los of is niet aangesloten.
Het hydraulische systeem is beschadigd.
Problemen oplossen: Voorschriften voor het bewaren van de
accu
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Corrigerende maatregel
Gebruik het display om de stuurinrichting te
kalibreren.
Controleer de stuurinrichting op losse of
ontbrekende onderdelen.
Corrigerende maatregel
Hydraulische vloeistof controleren.
Ontlucht het hydraulische systeem.
1. Stel de sensor af op 8 mm boven de
montagebeugel.
2. Controleer of de sensor kapot is.
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
2. De schakelaar is kapot. Neem contact
op met een erkende servicedealer.
Neem contact op met een erkende
servicedealer.
Pagina 7–2
3459-650 A