Vóór gebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk
Algemene veiligheid vóór gebruik
• Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit
gebruiken. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van
degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van
alle bestuurders en technici.
• Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Laat de machine uitsluitend
bedienen door mensen die verantwoordelijk, opgeleid en met de instructies bekend zijn,
en die fysiek in staat zijn de machine te bedienen.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen,
en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
• Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen.
• Ken en markeer de locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen.
• Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen
zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar
behoren werken.
• Zorg dat u op de hoogte bent van de gemarkeerde plaatsen op de machine waar
lichaamsdelen beklemd kunnen raken en houd handen en voeten uit de buurt van deze
plaatsen.
• Inspecteer vóór elke dienst de onderdelen van de machine: de banden, de
waarschuwingsinrichtingen, de lichten, de accu, de snelheids- en richtingregelaars, de
remmen, de veiligheidssystemen en het stuurmechanisme. Als de machine moet worden
hersteld of onveilig is, moet u dit onmiddellijk melden en de machine niet gebruiken
totdat deze weer veilig werkt.
• Identificeer scherpe bochten, dode hoeken, naderingen van bruggen en andere
potentieel gevaarlijke gebieden met een passende waarschuwing aan bestuurders voor
de aard van het gevaar en met vermelding van de juiste voorzorgsmaatregelen die zij
moeten nemen om het gevaar te vermijden.
• Gebruik uitsluitend een goedgekeurde machine op gevaarlijke locaties, zoals
gedefinieerd in de toepasselijke veiligheidsnormen.
• Vervoer geen passagiers op de machine en houd omstanders en kinderen weg uit het
werkgebied.
• Zorg ervoor dat er zich geen omstanders in het werkgebied bevinden voordat u de
machine start. Schakel de machine uit als een omstander het werkgebied betreedt.
3459-650 A
Pagina 4–1
Hoofdstuk 4
Bediening
Bediening