Onderhoud
bedieningsysteem
De tractiebediening afstellen
Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het
maaien, moet deze worden afgesteld.
1. Schakel de tractie uit.
2. Om de kabel strakker te zetten, moet u de voorste
contramoer op de kabel losdraaien en de achterste
contramoer aandraaien (Figuur 49) totdat een kracht
van 4,5 tot 5,9 kg nodig is om de tractiebediening in
werking te stellen.
Meet de kracht bij de bedieningsknop.
Figuur 49
1. Tractiekabel
3. Draai de voorste contramoer op de kabel vast.
4. Controleer of de bediening werkt.
De bediening van de
messenkooi afstellen
Als de bediening van de messenkooi niet werkt of slipt
tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld.
1. Zorg ervoor dat de tractiebediening correct is
afgesteld; zie Tractiebediening afstellen.
2. Om de kabel strakker te zetten, moet u de voorste
contramoer op de kabel losdraaien en de achterste
contramoer aandraaien (Figuur 50) (boven op de
versnellingsbak) totdat de kracht op de kabel van
de messenkooi de kracht op de hendel die wordt
gemeten bij bedieningsknop, met nog eens 3,2 tot
4,5 kg toeneemt.
Opmerking: Als de kracht op de hendel
van de tractiebediening 5,4 kg bedraagt, moet
de gecombineerde kracht op de tractie en de
messenkooi 8,6–10 kg bedragen.
2. Kabel van
service-/parkeerrem
1. Kabel van de bediening van de messenkooi
3. Draai de voorste contramoer op de kabel vast.
4. Controleer of de bediening werkt.
32
Figuur 50