Onderhoud riemen
De riemen afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben
zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige
slijtage wordt voorkomen. De riemen moeten veelvuldig
worden gecontroleerd.
Drijfriem van messenkooi
1. Verwijder de bevestigingen van de aandrijfriemkap
en de aandrijfriemkap zodat u bij de riem kunt
komen (Figuur 37).
Figuur 37
1. Aandrijfriemkap
2. Controleer de spanning door de riem (Figuur 38)
midden tussen de poelies in te drukken met een
kracht van 1,8 ± 0,5 kg. De riem moet een speling
van 4,8 tot 7,9 mm hebben. Als de speling niet
correct is, gaat u verder met de volgende stap.
Figuur 38
1. Aandrijfriem van
messenkooi
2. Aandrijfpoelie
3. Aangedreven poelie
3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt
te werk:
A. Draai de montagemoeren van de lagerbehuizing
los (Figuur 39).
1. Aandrijfriem van
messenkooi
B. Draai de lagerbehuizing aan met een torsie van
4–4,5 Nm om de riemspanning af te stellen.
Gebruik hiervoor een 3/8 inch momentsleutel
(Figuur 40).
1. Lagerbehuizing
C. Stel de momentsleutel in en draai de
montagemoeren van de lagerbehuizing vast
(Figuur 39). U mag de riem niet te strak trekken.
D. Plaats de aandrijfriemkap terug.
29
Figuur 39
2. Montagemoeren van
lagerbehuizing
Figuur 40
2. 3/8" momentsleutel op
deze plaats