Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
• Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvangende
apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze
apparaten bevinden. De aanbevolen afstand tussen beide apparaten bedraagt
maximaal één meter.
• U stelt de infraroodpoort van de telefoon in op het ontvangen van gegevens via
infrarood door op
Connectiviteit
en
• De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste
infraroodfunctie om de gegevenstransmissie te starten.
Als de gegevenstransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de
infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw
beginnen.
Pictogram infraroodverbinding
• Wanneer
onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding
geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van
gegevens via de infraroodpoort.
• Wanneer
knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere
apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
De infraroodverbinding wordt automatisch uitgeschakeld.
Menu
te drukken en achtereenvolgens Instellingen,
Infrarood
te selecteren.
©
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.
135