Multimediaberichten
• Wissen: verwijdert het item uit het bericht.
• Tijdsduur: hiermee kunt u instellen wanneer
en hoelang de tekst of de afbeelding moet
worden weergegeven. Wanneer het bericht
wordt geopend, start de weergave van het
item op het bij Begintijd instellen
vastgestelde tijdstip. Als de bij Tijdsduur
instellen ingestelde tijd om is, wordt het
volgende item getoond.
• Verzenden: hiermee kunt u een geselecteerd
bericht verzenden.
• Opslaan: hiermee wordt het bericht voor
eventueel later gebruik opgeslagen in de map
Concepten (Menu 2.3) of Standaard-
berichten (Menu 2.5).
• Instellingen: hiermee kunt u de
berichtstellingen wijzigen. Kijk voor meer
informatie op pagina 86.
• Bestemming toevoegen: hiermee kunt u de
adressen van de bestemmingen ingeven. Zie
de stappen 6 t/m 11.
• Voorbeeld: toont hoe het bericht er op de
telefoon van de ontvanger uit zal zien.
5. Wanneer u klaar bent met het samenstellen van
het bericht, selecteert u de optie Verzenden en
drukt u op de functietoets Kies.
6. Selecteer om een nummer of adres in te geven
het type bestemming - Naar, CC of BCC - en
druk op de functietoets Kies.
7. Selecteer een van de volgende opties en druk op
de functietoets Kies:
• Telefoonnummer: hiermee kunt u het
telefoonnummer van de ontvanger ingeven.
• E-mail: hiermee kunt u het e-mail-adres
direct ingeven.
• Telefoonlijst: hiermee kunt u een nummer
uit de telefoonlijst ophalen.
82
Multimediaberichten
8. Geef een telefoonnummer of e-mailadres in of
selecteer een nummer in de telefoonlijst.
9. Als het juiste nummer of e-mailadres wordt
getoond, drukt u op de functietoets OK.
10.Voor het toevoegen van een bestemming,
selecteert u de optie Bestemming toevoegen
en drukt u op de functietoets Kies. Herhaal de
procedure vanaf stap 7.
Als u in de adressen wijzigingen wilt
aanbrengen, selecteert u het betreffende adres
en drukt u op de functietoets Kies, waarna u het
adres kunt wijzigen of verwijderen.
11.U kunt extra telefoonnummers of adressen voor
andere bestemmingen ingeven, door op de
toets C of de functietoets
te drukken en de
stappen 6 t/m 11 te herhalen.
U kunt per bestemmingstype Naar, CC en BCC
maximaal 10 bestemmingen ingeven.
12.Als u alle bestemmingen heeft ingegeven,
selecteert u Verzenden en drukt u op de
functietoets Kies.
Het bericht wordt nu verzonden.
83