Inhoudsopgave
Advertenties
5. Als alternatief kan het paneel worden verplaatst om de signaalsterkte te verbeteren. Demonteer het paneel en verplaats
het naar een andere locatie om de vereiste signaalsterkte te bereiken. Als het paneel wordt verplaatst om de sig-
naalsterkte te verbeteren, monteer het dan op de nieuwe locatie.
6. Ga verder met de sectie Eerste paneelprogrammering na het bepalen van de uiteindelijke paneel-/antennelocatie.
OPMERKING: Als de SIM-kaart niet is geactiveerd, zal de plaatsingstest de signaalsterkte van de dichtstbijzijnde mobiele zend-
mast aangeven.
OPMERKING: Tijdens de weergave van de signaalsterkte zullen de signaalsterkte-LED's afwisselend knipperen als een inac-
tieve SIM- kaart wordt gebruikt. Het flitsen geeft aan dat de module probeert om een verbinding met een mobiel net-
werk tot stand te brengen en duurt slechts kort.
Gegevensweergave keypad
Sectie-schakelopties: Het nummer wordt weergegeven als de schakeloptie AAN staat, het nummer wordt niet weer-
l
gegeven wanneer de schakeloptie UIT staat. (bijv., de weergave van schakelopties is: [--3--6--]. Opties 3 en 6 staan AAN,
alle anderen zijn UIT). Door op de toetsen 1 tot en met 8 te drukken zal afwisselend de schakeloptie AAN en UIT gaan.
HEX/decimale gegevens: Waarden die zijn voorzien van twee standaardwaarden, gescheiden door een "/"-teken, gebrui-
l
ken de notatie: hexadecimaal gevolgd door decimaal equivalent (bv. standaardwaarde [0BF5/3061]). Hexadecimale getal-
len worden getoond met alle voorafgaande nullen, zodat de volledige veldlengte die het nummer is gedefinieerd wordt
gevuld.
Het invoeren van HEX-waarden op de keypad
Druk om HEX-waarden op het toetsenbord in te voeren, voor het invoeren van de HEX-waarde op de * toets. (Druk om bij-
voorbeeld C in the voeren op de keypad op [*] [3]).
Invoeren van ASCII-tekens op de keypad
1. Druk op [*] en gebruik de scrol-knoppen [<] [>] om "ASCII-invoer" weer te geven op het LCD-scherm.
2. Druk op [*] om ASCII-invoer te selecteren.
3. Gebruik de [<] [>] -bladertoetsen tot het gewenste teken wordt weergegeven en druk op [*] om op te slaan en ASCII af te
sluiten.
4. Herhaal bovenstaande stappen om een ander ASCII-teken in te voeren.
HS2016/2032/2064/2128 Initiële programmering
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie de sectie 'Instellen alternatieve communicator' van de gebruiksaanwijzing van het
paneel. Deze secties moeten worden geprogrammeerd op de keypad van het bedieningspaneel. Voer [*][8] [installatiecode]
[sectienummer] in. Noteer alle waarden die zijn gewijzigd ten opzichte van hun standaard op de bijbehorende werkbladen
voor het paneel of de kiezer.
1. In paneelsectie [377] "Communicatievariabelen", subsectie [002] "Communicatievertragingen", sub-subsectie [1] "Com-
municatievertraging", programmeert u 060 (seconden).
2. Zet in paneelsectie [382] "Communicator optie 3" optie [5] AAN.
OPMERKING: Als deze optie UIT staat, zal de gele status- LED op de kiezer "Probleem paneelsupervisie" (2 knipperingen)
aangeven en kan het toestel niet worden geprogrammeerd via de PC-LINK kabel.
OPMERKING: Het accountnummer in kiezersectie [851][021] synchroniseert automatisch met het accountnummer van het
paneelsysteem in sectie [310][000].
3. Programmeer in paneelsecties [300] sub-secties [001] tot [004], de sub-sectie met 02 tot 06.
OPMERKING: Raadpleeg de paneelhandleiding voor aanvullende informatie.
4. Programmeer in paneelsectie [350] "Communicatie-indeling", de communicatie-indeling als: CID (03) of SIA FSK (04).
5. Programmeer in paneelsecties [311] - [318] "Partitie oproeprichting" de opties voor gespreksrichting voor het systeem.
6. Stel in paneelsectie [401] "DLS-/SA-opties" schakeloptie [2] in op "Gebruiker-ingeschakeld DLS" op AAN om DLS-ses-
sies uit te voeren via mobiel netwerk of ethernet.
Initiële paneelprogrammering
Tabel 5: Communicator-padprogrammering
Waarde
Communicatiemethode
02
Autom. doorsturing
03
04
05
06
14
Ethernet 1
Ethernet 2
Mobiel 1
Mobiel 2
Advertenties
Inhoudsopgave
