4. Selecteer een gewenste functie door op de boven-/onder-/rechter-/linkerkant van het
besturingswiel te drukken.
5. Draai het besturingswiel om de gewenste instelling te selecteren.
Sommige instelwaarden kunnen worden fijngeregeld door de besturingsknop te
draaien.
Instellingen maken op het specifieke scherm.
Selecteer de gewenste functie in stap 4 en druk daarna op
besturingswiel. Het specifieke scherm voor de functie wordt afgebeeld. Volg de
bedieningsgids (A) om de instellingen te maken.
Opmerking
De grijze items op het Quick Navi-scherm zijn niet beschikbaar.
Bij gebruik van [Creatieve stijl], kunnen sommige van de insteltaken alleen worden
uitgevoerd op een toegewezen scherm.
[28] Hoe te gebruiken
Stilstaande beelden opnemen
Neemt stilstaande beelden op.
Opnemen
Stilstaande/bewegende beelden opnemen
in het midden van het