PDR 507 HP
Aanwijzingen voor installatie en planning
Installatievoorwaarden
De aansluiting van de droogautomaat mag alleen plaatsvinden op een
installatie die voldoet aan de nationale wetten, verordeningen en
richtlijnen, alsmede aan de lokale bepalingen en voorschriften.
Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen, alsmede de regels van de techniek.
Algemene voorwaarden voor het gebruik
Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: +2 °C tot +35 °C.
De koele lucht die tijdens het drogen wordt aangezogen, wordt warm
weer afgegeven. Zorg daarom voor voldoende ventilatie, vooral in een
kleine ruimte.
Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur niet te hoog is. Als zich
andere apparaten in dezelfde ruimte bevinden die warmte
produceren, zorg dan voor extra ventilatie of schakel ze uit.
De programmaduur en het energieverbruik zullen anders toenemen.
Elektrische aansluiting
Deze droogautomaat heeft een aansluitkabel met stekker en kan
meteen op een geschikte contactdoos worden aangesloten.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een elektrische installatie die
voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften (zoals NEN 1010).
Sluit de droogautomaat nooit aan op verlengsnoeren,
stekkerdozen en dergelijke. Dit zijn potentiële gevarenbronnen
(brandgevaar).
Op het typeplaatje staat informatie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk de specificaties op het typeplaatje met de
gegevens van het electriciteitsnet.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met
alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. Als
werkschakelaar gelden schakelaars met een contactopening van
meer dan 3 mm. Geschikte schakelaars zijn zelfuitschakelaars,
zekeringen en relais (IEC/EN 60947).
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de
netspanning moet altijd toegankelijk zijn. Bij loskoppeling van de
netspanning moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn of hierop
moet te allen tijde controle mogelijk zijn.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de
installatie of controle van de aarding of de zekeringen mogen alleen
worden uitgevoerd door een erkende elektricien die op de hoogte is
van alle geldende voorschriften en de bijzondere eisen van het
nutsbedrijf op het gebied van elektriciteit.
De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen
betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen
verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften.
Afvoerslang condenswater
Het condenswater dat bij het drogen vrijkomt, wordt weggepompt via
een afvoerslang die zich aan de achterkant van de droogautomaat
bevindt.
Het condenswater wordt door een afvoerpomp met een opvoerhoogte
van 1 m afgepompt. Om de waterafvoer niet te belemmeren, moet de
slang zonder knikken worden gelegd.
De droogautomaat moet in bepaalde aansluitsituaties van een
terugslagklep worden voorzien (niet bijgeleverd). Zonder
terugslagklep kan water terug de droogautomaat instromen of worden
teruggezogen en dan uitstromen. Hierdoor kan schade ontstaan.
11 277 430/04
Mogelijkheden van waterafvoer:
1. Rechtstreekse aansluiting op een kunststof afvoerbuis met
rubberen mof.
Plaats een terugslagklep als het uiteinde van de slang in het water
zou kunnen komen.
2. De slang kan op een wasbak of wastafel met kunststof nippel
worden aangesloten.
Gebruik altijd een terugslagklep.
3. De slang kan in een putje in de vloer (gully) worden
gehangen.
Gebruik altijd een terugslagklep.
4. Slang in een wastafel of gootsteen hangen
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Maak de
slang zo nodig vast. Anders kan water weglekken en schade
veroorzaken.
Plaats een terugslagklep als het uiteinde van de slang in het water
zou kunnen komen.
Potentiaalvereffening
Zorg voor een correcte aarding die aan alle voorschriften voldoet.
Het aansluitmateriaal voor de vereiste aarding kan als montageset bij
Miele Service worden besteld of moet ter plaatse aanwezig zijn.
Piekbelastings-/energiemanagement
De droogautomaat kan met een ombouwset (optie) op een
piekbelastings-/energiemanagementsysteem worden aangesloten.
Bij activering van de piekbelastingsfunctie wordt de verwarming
uitgeschakeld. In het display verschijnt een betreffende melding.
Muntautomaat
De droogautomaat kan door middel van een optionele montageset
(XCI-Box / XCI-AD) worden voorzien van een enkel betaalsysteem (bij
te bestellen toebehoren).
De vereiste programmering kan tijdens de eerste ingebruikneming
worden uitgevoerd. Na de eerste ingebruikneming kunnen wijzigingen
alleen nog door de Miele-vakhandel of Miele Service worden
uitgevoerd.
Interface
De droogautomaat kan achteraf met een communicatiemodule
XKM 3200-WL-PLT worden uitgerust.
Deze module kan worden gebruikt als WiFi- of LAN-interface.
De in de module aanwezige LAN-interface voldoet aan de SELV-eisen
(laagspanning) overeenkomstig EN60950. Aangesloten
droogautomaten moeten eveneens aan de SELV-eisen voldoen. De
LAN-aansluiting vindt plaats met een RJ45-stekker volgens EIA/TIA
568B.
nl-NL
9