▪ Groepsbesturing.
1
gebruikersinterface
binnenunits
(alle
binnenunits
gebruikersinterface).
1~ 50 Hz
220-240 V
c
c
d
d
b
b
a
e1
▪ Besturing met 2 gebruikersinterfaces. (2 afstandsbedieningen
besturen 1 binnenunit)
1~ 50 Hz
220-240 V
c
d
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Aardlekschakelaar
d
Zekering
e1
Hoofdgebruikersinterface
e2
Optionele gebruikersinterface
c
b
d
c
a
Servicedeksel (met bedradingsschema op de achterkant)
b
Opening voor kabels
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
▪ M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
▪ C1: Eerste codenummer
▪ C2: Tweede codenummer
▪
: Standaard
FCAG35~140BVEB
Split-systeemairconditioners
4P561448-1 – 2018.12
bestuurt
tot
16
werken
overeenkomstig
de
1~ 50 Hz
1~ 50 Hz
220-240 V
220-240 V
c
d
b
a
a
b
a
e2
e1
d
10~15
7
e
70~90
e
b
a
(mm)
c
Aansluiting verbindingskabel (inclusief aarding)
d
Kabelbinder
e
Aansluiting kabel gebruikersinterface
7
Configuratie
7.1
Lokale instellingen
Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen
met de echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Plafondhoogte
▪ Design sierpaneel (indien van toepassing)
▪ Luchtuitblaasrichting
▪ Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪ Tijd om filter te reinigen
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de
vloer, capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
▪ Voor een 3-wegs en 4-wegs luchtuitblaas (waarvoor een optionele
afsluitplaatkit vereist is), zie de montagehandleiding van de
optionele afsluitplaatkit.
▪ Zie de tabel hieronder voor luchtuitblaas in alle richtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,0<x≤3,5
Instelling: Type sierpaneel
Controleer bij de installatie of bij het vervangen door een ander type
sierpaneel ALTIJD of de juiste waarden zijn ingesteld.
Als het ... sierpaneel is gebruikt
Standaard of zelfreinigend
Design
Instelling: Luchtuitblaasrichting
Deze instelling moet overeenstemmen met de echt gebruikte
luchtuitblaasrichtingen. Raadpleeg de montagehandleiding van de
optionele
afsluitplaatkit
en
gebruikersinterface.
Standaard: 01 (= luchtuitblaas in alle richtingen)
Voorbeeld:
a
b
3
3
2
4
2
4
1
1
a
Luchtuitblaas in alle richtingen
b
4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open, 2 hoeken
gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
c
3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten, alle hoeken
open) (optionele afsluitplaatkit vereist)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
1
Dan
M
C1
C2
13 (23)
0
01
02
03
1
Dan
M
C1
C2
13
15
01
(23)
02
de
handleiding
van
c
3
2
1
19
de