Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Split-systeem airconditioners FCAHG71GVEB FCAHG100GVEB Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker FCAHG125GVEB Nederlands Split-systeem airconditioners FCAHG140GVEB...
Inhoud 6.4.5 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit ..18 Inhoud 7 Configuratie Lokale instellingen..............20 8 Inbedrijfstelling 1 Algemene veiligheidsmaatregelen Overzicht: Inbedrijfstelling ............21 Over de documentatie ............... Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling......21 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..Checklist voor de inbedrijfstelling ..........
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 18.1.6 Symptoom: Op het display van de OPMERKING gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of en start weer na enkele minuten......... 32 eigendom zou kunnen berokkenen. 18.1.7 Symptoom: De airconditioners maken lawaai (binnenunit) ..............
Gebruik enkel accessoires, luchtcirculatie. optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. ▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
Pagina 6
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden. WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen Minimum vloeroppervlakte ▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer koelmiddel in het systeem Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage) moet worden aangevuld. Daarop staan het type koelmiddel en de Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage) vereiste hoeveelheid. Floor-standing unit (= Vloerunit) ▪...
2 Over de documentatie 1.3.5 Water OPMERKING Voorzorgsmaatregelen installeren Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de voedingskabels: installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing. ▪ Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op voedingsklemmenstrook (loshangende OPMERKING voedingskabels kunnen abnormaal warm worden).
3 Over de doos ▪ Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing binnenunit: Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. ▪ Instructies voor installatie en gebruik De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle ▪...
4 Over de units en opties OPMERKING Buitenunits Koelen Verwarmen RZASG71~140 Buitentemperat – – Veeg het bedieningspaneel van de controller niet af met 15~46°C droge 14~21°C droge benzine, thinner, reinigingsdoeken chemische producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de coating afschilferen. Dompel sterk vervuild –...
5 Voorbereiding In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer Voorbereiding bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen. Overzicht: Voorbereiding ▪ Fluorescentielampen. Let op de volgende punten voor de In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet installatie van een draadloze gebruikersinterface in een kamer weten alvorens u ter plaatse gaat.
5 Voorbereiding ▪ A: Minimumafstand muur. Afhankelijk L1 vloeistofleiding Ø9,5 mm luchtuitblaasrichtingen in de richting van de muur. L1 gasleiding Ø15,9 mm Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil ≥1500 ≥500 ≥200 De leidinglengte en het hoogteverschil moeten voldoen aan de volgende vereisten: Luchtuitblaas en hoeken open Luchtuitblaas gesloten, hoeken open (optionele afsluitplaatkit vereist) Luchtuitblaas en hoeken gesloten (optionele afsluitplaatkit...
6 Installatie WAARSCHUWING De binnenunit monteren ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. 6.2.1 Voorzorgen bij het monteren van de ▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via binnenunit een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon.
6 Installatie ▪ Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking). In het geval van installatie met kit voor invoer van verse lucht Gebruik het schemablad om de juiste horizontale positie te In het geval van installatie met zelfreinigend sierpaneel bepalen. U vindt hierop de nodige afmetingen en middelpunten. U Verlaagd plafond kunt het schemablad op de unit bevestigen.
6 Installatie ▪ Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in een helling te voorzien. ▪ Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en luchtbellen te voorkomen. ▪ Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤675 mm loodrecht op de unit.
6 Installatie VOORZICHTIG ▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteinde van de koelmiddelleiding. ▪ Installeer NOOIT een droger op deze unit om zijn levensduur te kunnen garanderen. Het droogmateriaal kan oplossen en het systeem beschadigen. OPMERKING Houd rekening volgende voorzorgen betrekking tot de koelmiddelleiding:...
6 Installatie ▪ Gebruik altijd 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien. ▪ Gebruik altijd samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren en lekken. De binnenkant van de verbreding mag geen barsten of gebreken vertonen.
6 Installatie Vloeistofleiding Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien) Kabelbinder (accessoire) Isolatiedelen: Groot (gasleiding), klein (vloeistofleiding) (accessoires) Gevlochten geleider Flaremoer (bevestigd op de unit) Ronde aansluitstrip Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit) Unit ▪ Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden: Afdichtingskussens: Middelgroot 1 (gasleiding), middelgroot 2 (vloeistofleiding) (accessoires) Draadtype...
Pagina 19
6 Installatie De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten ▪ Groepsbesturing. gebruikersinterface bestuurt afzonderlijk worden gehouden. Deze bedradingen moeten altijd op binnenunits (alle binnenunits werken overeenkomstig minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele gebruikersinterface). elektrische storingen te voorkomen. 1~ 50 Hz 1~ 50 Hz 1~ 50 Hz...
7 Configuratie Configuratie Als u wilt Buitenunit Algemeen 3MX/4MX/5M Lokale instellingen Tijdens koelen Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen (22) met de echte installatie en met de behoeften van de gebruiker: Instelvolume Tijdens verwarmen LL Monitoring 1 ▪...
8 Inbedrijfstelling 1~ 50 Hz OPMERKING 220-240 V Koelstand. Laat het systeem proefdraaien in de koelstand om afsluiters die niet openen te detecteren. Zelfs als de gebruikersinterface was ingesteld op verwarmen, werkt de unit gedurende 2‑3 minuten in de koelstand (terwijl het verwarmingssymbool op de gebruikersinterface staat), waarna automatisch...
8 Inbedrijfstelling INFORMATIE Actie Resultaat Druk. Luchtdebiet/richting Achtergrondverlichting. unit Snelheid Richting gebruikersinterface IN/UIT schakelen, moet Laag Positie 0 achtergrondverlichting niet branden. Voor alle andere acties moet ingeschakeld zijn. achtergrondverlichting brandt ±30 seconden wanneer u op Terug Terug Instelling Instelling een knop drukt. Selecteer Positie 0.
Technische gegevens ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin-extranet (authenticatie vereist). 11.1 Leidingschema: Binnenunit...
11 Technische gegevens 11.2 Bedradingsschema Legenda van het geünificeerd bedradingsschema Voor de toegepaste onderdelen en de nummering, raadpleeg de meegeleverde sticker met het bedradingsschema op de unit. De nummering van de onderdelen wordt voor elk onderdeel in Arabische cijfers in stijgende volgorde opgesteld en wordt in het overzicht onderaan met het symbool "*" in de code van het onderdeel weergegeven. STROOMONDERBREKER AARDING VERBINDING...
Gebruik het systeem niet voor andere doeleinden. Gebruik Contactdetails: de unit niet voor het koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om te voorkomen DAIKIN INDUSTRIES CZECH REPUBLIC s.r.o. U Nové Hospody dat de kwaliteit ervan wordt aangetast. 1/1155, 301 00 Plzeň Skvrňany, Czech Republic OPMERKING...
15 Bediening ▪ Verwarmen en koelen (lucht/lucht). 15.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking ▪ Alleen ventileren (lucht/lucht). ▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is Bediening echter geen storing. 15.2.3 Over verwarmen 15.1...
16 Energie besparen en optimale werking 15.3 Gebruik van het WAARSCHUWING ontvochtigingsprogramma Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen geklemd geraken of de unit kan onklaar geraken. 15.3.1 Over het ontvochtigingsprogramma OPMERKING ▪...
17 Onderhoud en service WAARSCHUWING OPMERKING Vervang nooit een zekering door een zekering met een Gebruik GEEN water van 50°C of warmer. Mogelijk andere waarde of andere draden als een zekering is gevolg: Verkleuring en vervorming. doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad 1 Open het aanzuigrooster.
17 Onderhoud en service 17.4 Over het koelmiddel Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de atmosfeer. Koelmiddeltype: R32 Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675 4 Reinig het aanzuigrooster. Was het met een zachte borstel en Koelmiddeltype: R410A water of een neutraal reinigingsmiddel.
17 Onderhoud en service een zekere technische kennis. Om voor een optimaal onderhoud OPMERKING units zorgen, raden normale ▪ In de tabel staan de belangrijkste onderdelen. onderhoudswerkzaamheden aan te vullen met een onderhouds- en Raadpleeg uw onderhouds- en inspectiecontract voor inspectiecontract.
18 Opsporen en verhelpen van storingen Opsporen en verhelpen van Storing Maatregel Het systeem werkt, ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van storingen maar koelt of verwarmt de buitenunit of de binnenunit niet onvoldoende. geblokkeerd Verwijder eventuele Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan obstakels zorg voor...
19 Verplaatsen 18.1.3 Symptoom: De luchtstroomrichting stemt 18.1.10 Symptoom: Er komt stof uit de unit niet overeen met de instelling Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt gebruikt. Dit komt door stof in de unit. De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de gebruikersinterface.
Pagina 33
Ter plaatse te voorzien Niet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.