Automatisch scherpstellen, macro
en automatische belichting
De camera past de scherpstelling en de belichting automatisch
aan het heersende licht aan, maar u krijgt veel betere foto's als u
de scherpstelling en de belichting in een vroeg stadium instelt. Dit
geldt vooral als u een bewegend onderwerp fotografeert. Druk
daarom de
helemaal in op het exacte moment dat u de opname wilt maken.
Let op
Scherpstelvergrendeling
Bij het automatisch scherpstellen wordt er scherpgesteld op het
onderwerp in het midden van het beeld. Dit vereist een duidelijk
contrast binnen dat deel van het beeld. Als u het onderwerp niet in
het midden van het beeld wilt hebben of als het onderwerp te
weinig contrast heeft, gebruikt u de scherpstelvergrendeling:
1 Breng een onderwerp in beeld dat even ver van de lens is
verwijderd als het onderwerp dat u wilt fotograferen.
2 Druk de
vergrendelen. Wacht tot het groene lampje naast de zoeker
gaat branden.
3 Houd de
het goede onderwerp in beeld te brengen.
4 Druk de
Foto's maken
knop half in en druk de
SLUITER
Als de camera niet kan scherpstellen of als de
belichting langer dan 1/30 seconde wordt, gaat er
rechts van de zoeker een geel lampje knipperen. U
kunt de foto nog steeds maken, maar het resultaat
kan tegenvallen.
knop half in om de scherpstelling te
SLUITER
knop half ingedrukt en draai de camera om
SLUITER
knop helemaal in om de foto te maken.
SLUITER
knop pas
SLUITER
9