Afb.20
12
12
(1)
5.5
Wateraansluitingen
Tab.27
Installatie waterspecificaties
Zuurgraad (onbehandeld wa
ter)
Zuurgraad (behandeld water)
Geleidingsvermogen bij 25 °C μS/cm
Chloriden
Overige bestanddelen
Totale hardheid van het water
(1) Uittredetemperatuur lager dan 90°C — Maximum hardheid: 1,50 mmol/l
7717200 - v02 - 11022019
12. Zet de ketel waterpas met behulp van de verstelbare poten.
(1) Fabrieksinstelling: 30 mm, verstelbereik: 20 tot 40 mm
MW-6000773-01
5.5.1
In veel gevallen kunnen de ketels en het centrale verwarmingssysteem
met kraanwater worden gevuld, zonder dat het water hoeft te worden
behandeld.
Het water in de installatie moet voldoen aan de volgende specificaties:
pH
pH
mg/liter
mg/liter
°f
°dH
mmol/liter
(1)
Opgelet
De achterste zwenkwielen mogen geen contact meer hebben met
de vloer.
Waterbehandeling
Opgelet
Voeg geen chemische middelen toe aan het verwarmingswater
zonder een vakman op het gebied van waterbehandeling te
hebben geraadpleegd. Bij voorbeeld: antivries, waterontharders,
pH-verhogende of verlagende middelen, chemische
toevoegmiddelen en/of inhibitoren. Deze kunnen leiden tot
storingen in de ketel en beschadiging van de warmtewisselaar.
Belangrijk
Spoel de installatie door met minstens 3 maal zoveel water als
de totale inhoud van het verwarmingssysteem.
Spoel het SWW-watercircuit door met minstens 20 maal de
totale inhoud van het circuit.
De eerste inbedrijfstelling
6,5 - 8,5
7,0 - 9,0
≤ 500
≤ 50
< 1
5 - 35
2,8 - 20,0
0,5 - 3,5
5 Installatie
Concentratie (bijvullen)
6,5 - 8,5
7,0 - 9,0
≤ 500
≤ 50
< 1
≤ 15
≤ 8,5
< 1,5
Gas 120 ACE
29