Afb.21
A
Afb.22
5.6
Gasaansluiting
7717200 - v02 - 11022019
De condensafvoerleiding bevindt zich achter de ketel.
pH > 6,5
MW-2000825-01
5.5.6
1
MW-6000742-02
De gasleidingen worden niet bijgeleverd.
We raden aan om in het geval van oude gasnetwerken een gasfilter te
monteren met een kleine drukverlaging stroomopwaarts vanaf dat punt.
Blokkeer de condensafvoerleiding niet.
Kantel de afvoerleiding minimaal 30 mm per meter en zorg ervoor dat er
geen lage punten zijn waar water zich kan verzamelen of achterblijven.
Maximum horizontale lengte 5 meter.
Loos het condenswater niet in een dakgoot.
Sluit de condensafvoerleiding aan volgens de geldende voorschriften.
Het wordt aangeraden om de neutraliseringsmiddelen voor
condenswater gebruiken die door de fabrikant worden aanbevolen.
1. Sluit een plastic slang aan op de afvoerleiding van het condenswater
(DN 22).
2. Steek het andere uiteinde van de slang in een afvoerleiding voor
afvalwater.
Sifon vullen
Gevaar
Als de sifon leeg is terwijl de ketel werkt, ontsnappen er
rookgassen in de ruimte waar de verwarmingsketel geïnstalleerd
is.
1. Giet water in de rookgasbuis (middelste leiding) totdat het wegstroomt
via de condensafvoerleiding.
Gevaar
Sluit de hoofdgaskraan voordat met de werkzaamheden aan de
gasleidingen begonnen wordt.
De diameters van de leidingen moeten bepaald worden volgens
de landelijk geldende normen.
Sluit de gasleiding aan volgens de geldende voorschriften en
normen.
Zorg dat er geen vuil in de gasleiding zit.
1. Reinig de gastoevoerleiding.
2. Verwijder de stofdop die zich op de gasinlaat van de ketel bevindt.
5 Installatie
Gas 120 ACE
31