Stap 4: de aansluitingen verrichten
Voor de inbedrijfstelling van de machine is het volgende nodig:
- een elektrische aansluiting;
- een wateraansluiting en -afvoer;
- een aansluiting op het ventilatiecircuit (luchtkanalen).
Elektrische aansluitingen
Voor de elektrische voeding moet de machine voorzien worden van een elektriciteitskabel:
eenfasig + nulgeleider + aarde (maat 01 en 02).
driefasig + nulgeleider + aarde (maat 03 t/m 10);
(N.B.: De voeding van eventuele elektrische buffers is altijd gescheiden van de unit en is altijd driefasig).
De kabel moet een doorsnede hebben die geschikt is voor het stroomverbruik van de machine en die met
de toepasselijke normen overeenstemt. De totale stroomopname is op het typeplaatje van de machine gegeven.
Raadpleeg altijd het specifieke elektrische schema van de door u gekochte machine (dit
schema wordt samen met de unit geleverd). Neem contact op met uw verkoper als het schema
ontbreekt of verloren is gegaan. De verkoper zal ervoor zorgen dat u een kopie ontvangt (vermeld
het serienummer van de machine).
Alvorens de machine aan te sluiten verifieert u of:
• de netspanning en -frequentie overeenstemmen met de parameters van de machine;
• de elektrische installatie, waar de aansluiting op zal worden verricht, geschikt is voor het nominale
elektrische vermogen van de te installeren machine en aan de wettelijke voorschriften voldoet.
De elektrische aansluiting moet:
• worden verricht voor bevoegd en ervaren personeel nadat de elektrische spanning van de fabriek uit-
geschakeld is;
• vast en permanent zijn, zonder tussenliggende koppelingen, en overeenstemmen met de normen van
het land van installatie;
• geschikt zijn voor de stroomopname van de machine (zie de technische eigenschappen);
• geleverd worden met een aarding die aan de normen voldoet; in het geval dat meerdere units aanwe-
zig zijn, moeten ze met metalen strips worden verbonden;
• het liefst zijn aangebracht in een specifieke ruimte met slot die bescherming tegen de weersinvloeden
biedt: als tevens een sleutelschakelaar aanwezig is, dan moet deze tijdens de onderbreking van de voe-
ding verwijderd worden en plaats weer teruggeplaatst worden als alle werkzaamheden zijn afgerond.
• gecontroleerd door een meerpolige schakelaar met een onderbrekingsvermogen van 60A die voor
het stroomverbruik van de machine geschikt is.
Controleer tijdens de installatie en het onderhoud of niemand anders dan de monteur toegang
heeft tot de elektrische ruimtes of de schakelaars.
De effectieve voedingsspanning van de gebruikers mag niet meer dan 10% afwijken van de
voorziene normale spanning. Grotere spanningsverschillen veroorzaken schade aan de gebrui-
kers en de elektrische installatie, een storing in de ventilatoren en geluid. Het is daarom belangrijk
dat geverifieerd wordt of de effectieve en nominale spanningswaarde overeenstemmen.
De fabrikant acht zich niet aansprakelijk voor aansluitingen die niet zijn verricht in overeenstem-
ming met de normen en de voorschriften van deze handleiding of wanneer een willekeurige
component van de machine onklaar wordt gemaakt.
36