Stap 1: de units plaatsen
Controleer of een geschikte fundering (afb. 4) voor de ondersteuning en installatie van de machine is
aangebracht. De fundering moet stevig en perfect vlak zijn, gemaakt zijn van gewapend beton en het
gewicht van de machine kunnen dragen.
Raadpleeg de tekening die tijdens de bestelfase van de machine geleverd is voor de afmetingen
van de fundering en het gewicht dat deze moet dragen.
Op de installatieplek moet tevens het volgende voorzien zijn (afb. 4):
• een afvoer die het water opvangt en afvoert in het geval dat de leidingen die de vloeistoffen naar de
machine voeren breken;
• een elektrische installatie die aan de normen voldoet en voor de eigenschappen van de machine
geschikt is;
• een gas-/wateraansluiting (in het geval van gas- of watergekoelde warmtewisselaars);
• een afvoerleiding met sifon dat op het riool is aangesloten;
• een ventilatie-installatie (kanaalaansluitingen voor de lucht die naar de ruimtes moet worden ge-
stuurd).
Plaats de unit op de fundering: verifieer of de gekozen ruimte rondom de unit voldoende ruimte biedt
om de volgende installatie- en onderhoudswerkzaamheden mogelijk de maken (waaronder de vervan-
ging van een willekeurige inwendige component, zoals bijvoorbeeld het verwijderen van de warmte-
wisselaars, de filters, enz...) (afb. 5 toont de minimumafstanden die nageleefd moeten worden). Verifieer
aan welke de zijde de componenten verwijderd moeten worden, alvorens de machine te installeren.
Opgelet! De machines zijn ontworpen voor een gebruik in technologische machines of buiten: Ze mo-
gen NIET werken in ruimtes waar explosieve stoffen of een groot gehalte aan stof aanwezig is, in ruimte
met een groot vochtgehalte of hoge temperaturen, tenzij specifieke constructies zijn aangevraagd.
afvoer
4
voorbereidingen
enkele unit
5
na te leven afstanden
80 cm
80 cm
31