Gebruik
Aankoppelen
Er zijn twee types haken:
Een trekinrichting met staalkabel die auto-
●
matisch kan worden bediend vanuit het be-
stuurderscompartiment. (A)
Een koppeling voor een starre stang. (B)
●
– Om de koppeling te ontgrendelen, moet de
kabelgreep handmatig omhoog worden ge-
trokken (1) of moet de trekstang worden ge-
heven (2).
WAARSCHUWING
Gevaar van ernstig letsel en/of materiële schade.
Gebruik de aanhangerkoppeling niet tenzij de machi-
ne geparkeerd is en de rem is ingeschakeld.
WAARSCHUWING
Gevaar van ernstig letsel en/of materiële schade.
De aanhangerkoppeling mag niet worden gebruikt
met de niet-goedgekeurde koppelpen.
Aanhangwagen aankoppelen
Aanhangwagen controleren
– Voordat de aanhangwagen aan de trekker
wordt gekoppeld, moet worden gecontro-
leerd of de koppelpenopening van de aan-
hangwagen en de penopening van de trek-
ker bij elkaar passen.
– Controleer of de rem van de aanhangwa-
gen (indien aanwezig) is ingeschakeld, of
blokkeer de wielen met houten blokken om
te voorkomen dat de aanhangwagen be-
weegt.
– Rijd de trekker achteruit naar de aanhang-
wagen en zorg dat de aanhangerkoppeling
en de trekstang zich op één lijn bevinden.
1193 801 16 19 NL - 03/2022 - 10
5
Aankoppelen
69