6
Stuurinrichting/remmen/wielen
Stuurinrichting/remmen/wielen
Stuurinrichting/wielen/remmen
Toestand en bevestiging van de wielen
controleren
– Gebruik een hijsinrichting of krik om de ma-
chine van de grond te lichten en ondersteun
de machine vervolgens met geschikte blok-
ken.
– Controleer of de wielen vrij draaien en ver-
wijder alle eventueel vastgedraaide draden
die de wielen belemmeren.
– Controleer de slijtage van het loopvlak van
de banden.
– Vervang wielen die versleten zijn.
– Controleer eerst de voorwielen en daarna
de achterwielen.
LET OP
Risico van materiële schade.
Het is belangrijk dat alle draden die zich eventueel
om de wielnaven en -lagers hebben vastgedraaid,
worden verwijderd.
Bevestiging van de wielen controleren
– Gebruik een hijsinrichting of krik om de ma-
chine van de grond te lichten en ondersteun
de machine vervolgens met geschikte blok-
ken.
– Verwijder het frontpaneel.
– Controleer de bevestiging van de moeren
van het aangedreven wiel, aanbevolen aan-
haalmoment: 80 Nm.
– Controleer de bevestiging van de as van de
zwenkwielen, aanhaalmoment: 20 Nm.
– Controleer de bevestiging van de as van de
achterwielen, aanhaalmoment: 200 Nm. (bij
de LTX10, LTX20)
– Controleer de bevestiging van de as van de
achterwielen, aanhaalmoment: 250 Nm. (bij
de LTX-T04)
108
1193 801 16 19 NL - 03/2022 - 10
Onderhoud