Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luisteren Naar Noaa® Weather Radio; Luisteren Naar Fm-Radio; Weergegevens Weergeven; Het Toestel Aanpassen - Garmin Monterra Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Monterra:
Inhoudsopgave

Advertenties

Luisteren naar NOAA ® Weather Radio
U kunt de weersvoorspellingen van de National Oceanic and
Atmospheric Administration (NOAA) beluisteren met de NOAA
radio die is ingebouwd in uw toestel. Wanneer de NOAA radio
een uitzending ontvangt, brengt het toestel u op de hoogte van
weerwaarschuwingen met behulp van een pop-upbericht en een
melding.
1
Haal het beschermkapje van de hoofdtelefoonaansluiting en
sluit een bedrade hoofdtelefoon aan.
Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor
het ontvangen van de uitzending. De radio werkt niet als de
hoofdtelefoon niet is aangesloten.
2
Selecteer Weather Radio.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch scannen om automatisch te
zoeken naar de sterkste uitzending.
• Schakel automatisch scannen uit en selecteer
handmatig een kanaal te selecteren.
• Selecteer
om te schakelen tussen de ingebouwde
luidspreker en de hoofdtelefoon.
OPMERKING: De hoofdtelefoon moet zijn aangesloten
om de uitzending te ontvangen.
• Selecteer
om de audio-uitzending in of uit te schakelen.
Het toestel ontvangt nog steeds weerwaarschuwingen als
de audio-uitzending is uitgeschakeld.
• Selecteer
om de radio uit te schakelen.
Als u de radio uitschakelt, worden zowel de uitzending als
de weerwaarschuwingen uitgeschakeld.

Luisteren naar FM-radio

1
Haal het beschermkapje van de hoofdtelefoonaansluiting en
sluit een bedrade hoofdtelefoon aan.
Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor
het ontvangen van de uitzending. De radio werkt niet als de
hoofdtelefoon niet is aangesloten.
2
Selecteer FM-radio.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer
of
om op de volgende of vorige
beschikbare zender af te stemmen.
• Verschuif de frequentiekiezer om een bepaalde frequentie
af te stemmen.
• Selecteer
om een voorgeprogrammeerde frequentie
toe te voegen.
• Selecteer de frequentie om een voorgeprogrammeerde
frequentie af te stemmen.
• Selecteer
om te schakelen tussen de ingebouwde
luidspreker en de hoofdtelefoon.
OPMERKING: De hoofdtelefoon moet zijn aangesloten
om de uitzending te ontvangen.
• Selecteer
om de radio uit te schakelen.

Weergegevens weergeven

Voordat u de temperatuur kunt weergeven, moet u uw toestel
koppelen met een draadloze tempe™ temperatuursensor
(pagina
14).
U kunt weergegevens van de toestelsensors weergeven,
inclusief temperatuur, UV-index, barometerdruk en
omgevingsdruk.
Selecteer Weer.
8

Het toestel aanpassen

Snelkoppelingen en widgets toevoegen aan
het startscherm
U kunt snelkoppelingen naar apps en widgets toevoegen aan
de startschermen. Widgets zijn hulpmiddelen die snel toegang
bieden tot informatie, basisfuncties van toepassingen of
toestelinstellingen.
1
Veeg in het startscherm naar links of rechts om een
startpagina te selecteren.
2
Selecteer
3
Veeg naar links of rechts om extra apps en widgets weer te
geven.
4
Houd een app of widget vast en sleep deze naar de
gewenste locatie op het startscherm.
en
om

Het scherm draaien

U kunt het toestel draaien om het scherm in horizontale
(liggende) of verticale (staande) modus weer te geven.
De schermoriëntatie vergrendelen
In de standaardinstelling wordt de oriëntatie van het scherm
automatisch aangepast aan de oriëntatie van het toestel. U kunt
de oriëntatie van het scherm vastzetten in de stand staand of
liggend.
1
Selecteer Instellingen > Scherm > Oriëntatie van het
scherm vergrendelen.
2
Selecteer een optie.

Kaartinstellingen

Selecteer Instellingen > Kaart.
Oriëntatie: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt weergegeven
op de pagina. Bij Noord boven wordt het noorden boven
aan de pagina weergegeven. Bij Spoor boven wordt uw
huidige reisrichting boven aan de pagina weergegeven. Bij
Automotive-modus wordt een perspectief vanuit de auto
met de rijrichting boven aan het scherm weergegeven.
Navigatieaanwijzingen: Hiermee stelt u in wanneer
navigatieaanwijzingen op de kaart worden weergegeven.
Dashboard: Selecteert een dashboard voor weergave op de
kaart. Elk dashboard bevat andere informatie over de route
of de locatie.
Lagen: Hiermee stelt u de typen informatie in die op de
kaartpagina worden weergegeven.
Autozoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau
geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart.
Zoomknoppen: Hiermee worden de zoomknoppen op de kaart
weergegeven of verborgen. Als de zoomknoppen zijn
verborgen, kunt u middels bewegingen op het
aanraakscherm in- en uitzoomen
Detail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er
meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk
langzamer opnieuw getekend.
.
(pagina
2).
Het toestel aanpassen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave